Vijftigduizend bedrijven halen omzet vooral via internet
Voor het eerst heeft CBS bedrijven ingedeeld op basis van informatie van hun website. Door websites te analyseren op basis van tekst en de aanwezigheid van bijvoorbeeld betaalfuncties is de internet-activiteit van bedrijven vastgesteld. Hierbij zijn zes categorieën onderscheiden. De online informatie is verzameld door het gespecialiseerde bedrijf Dataprovider, dat daarvoor webcrawling technieken heeft ingezet. Op basis van identificerende informatie op de website is de koppeling gelegd met het bedrijvenregister van CBS. De combinatie van big data met reguliere CBS-statistieken over de bedrijven achter de websites leverde een eerste berekening op van de omvang van de Nederlandse interneteconomie. Er is daarbij gekeken naar aantallen bedrijven, omzet en werkgelegenheid.
CBS slaat met het maken van statistieken gebaseerd op big data analyse een innovatieve weg in. Onlangs heeft CBS het nieuwe Center voor Big Data Statistics (CBDS) geopend, dat zich op deze nieuwe manier van meten gaat toeleggen. Dit onderzoek naar de interneteconomie geeft aanvullende inzichten en resultaten die de huidige statistieken verrijken. Uit verder onderzoek zal moeten blijken hoe deze geïntegreerd kunnen worden met bestaande beelden en hoe ze antwoord kunnen geven op vragen van gebruikers. Onderaan dit bericht wordt ingegaan op dat bestaande onderzoek en de aansluiting op de nieuwe bevindingen.
Een derde Nederlandse bedrijven heeft eigen website
Uit de eerste onderzoeksresultaten van de big data analyse van de interneteconomie blijkt dat van de 1,5 miljoen Nederlandse bedrijven in 2015 ruim een derde (550 duizend) een website had. De meeste hiervan gebruiken hun website echter niet actief (bijvoorbeeld als verkoopkanaal) maar passief als informatievoorziening. Het gaat om 438 duizend bedrijven (29 procent). Wat betreft omzet en werkgelegenheid is dit de grootste groep bedrijven. Bijna 1 miljoen bedrijven hebben geen website. Ruim 800 duizend (83 procent) hiervan zijn bedrijven van één persoon.
De bedrijven die wèl van internet afhankelijk zijn voor hun bedrijfsvoering en inkomsten zijn in dit onderzoek gerekend tot de kern van de interneteconomie. Dit zijn webshops, online diensten en internetgerelateerde ICT-bedrijven. In totaal zijn dit meer dan 50 duizend bedrijven oftewel ruim 3 procent van het totaal. Samen waren ze in 2015 goed voor een omzet van 104 miljard euro. Dat is bijna 8 procent van de omzet van het totale Nederlandse bedrijfsleven. De interneteconomie voorzag in 2015 in 345 duizend banen, zowel fulltime als parttime. Dat is 4,5 procent van het totaal aantal banen.
Online diensten vooral rondom Amsterdam en Groningen
Bedrijven in online diensten zitten relatief vaak rondom Amsterdam en Groningen. Sectoren die goed vertegenwoordigd zijn binnen de online diensten zijn de informatie en communicatie (2,7 duizend bedrijven) en overige zakelijke dienstverlening (1,4 duizend bedrijven). Onder online diensten vallen bijvoorbeeld bemiddelingssites (o.a. reisbemiddeling), prijsvergelijkingssites, datingsites en veilingsites. De big data analyse schetst een duidelijker beeld van deze relatief nieuwe bedrijven door ze als aparte groep te analyseren. In 2015 waren er 5,7 duizend van dergelijke bedrijven, die samen een omzet van 10 miljard euro boekten. De online diensten zijn relatief jong, een groot deel hiervan is jonger dan vijf jaar: bijna 40 procent. Er zijn 26 duizend banen in de online diensten.
Internetgerelateerde ICT goed voor 273 duizend banen
Er zijn 16 duizend bedrijven die zich bezig houden met de ICT rondom het internet. Deze internetgerelateerde ICT-bedrijven maken het internet als het ware mogelijk. Dit zijn onder andere datacenters en hostingbedrijven, maar ook internetconsultants, app-bouwers en webdesigners. Ook dit zijn vaak bedrijven in de sectoren informatie en communicatie (7,9 duizend bedrijven) en de overige zakelijke dienstverlening (4,7 duizend bedrijven). Deze ruim 16 duizend bedrijven zijn goed voor een omzet van 71 miljard euro en 273 duizend banen. Ruim een derde bestaat tien jaar of langer. Bedrijven in de internet gerelateerde ICT zijn vaker dan gemiddeld gevestigd rondom Amsterdam en Rotterdam maar ook in Flevoland.
Bijna 2 procent bedrijven behaalt meeste omzet uit webshop
Bijna 2 procent van de Nederlandse bedrijven heeft een of meerdere webshops waarmee ze het grootste deel van hun omzet behalen. Dit zijn bijna 30 duizend bedrijven. De big data analyses laten zien dat de helft van de webshops zich buiten de detailhandel bevindt, zoals in de groothandel of de IT-dienstverlening. Dit laat zien dat de webshops niet meer alleen voorkomen binnen de detailhandel, maar inmiddels ook gebruikt worden door andere sectoren. Dankzij het internet zijn zij in staat hun producten rechtstreeks aan de consument te verkopen.
Uit omzetcijfers van de Nederlandse bedrijven met een of meerdere webshops blijkt dat deze goed zijn voor een omzet van 23 miljard euro. De bedrijven tellen in totaal 46 duizend banen in 2015, al wordt driekwart gerund door één werkzame persoon.
De big data analyse kent nog wel beperkingen. Zo hebben niet alle bedrijven een eigen website maar bijvoorbeeld wel een Facebookpagina. Die zijn echter niet meegenomen in dit onderzoek. Ook een aantal websites van de Nederlandse tak van buitenlandse bedrijven zijn niet meegenomen in deze analyse, die ongeveer 95 procent van de Nederlandse websites beslaat. Het onderzoek doet enkele aannames in het geval van ontoereikende waarnemingen; deze staan beschreven in het rapport.
Aansluiting op regulier webwinkelonderzoek detailhandel
De resultaten van deze big data analyse verschillen in sommige opzichten van de resultaten van regulier CBS-onderzoek naar webwinkels in de detailhandel. Het meest recente CBS-onderzoek naar webshops in de detailhandel op basis van deze databestanden beslaat de periode 2013-2016. Hieruit blijkt dat het aantal webwinkels met 40 procent is toegenomen, van 23 005 in 2013 tot 32 160 op 1 januari 2016. Het gaat hier om het aantal webwinkels (bedrijfseenheden) zoals deze worden geregistreerd door het Algemeen Bedrijven Register (ABR). Zoals eerder gemeld komt de big data analyse op basis van andere definities voor 2015 uit op een aantal van 28 duizend webshops.
Ruim een derde van de groei van Nederlandse webwinkels betreft de verkoop van kleding. In drie jaar tijd nam het aantal met 62 procent toe van 5 050 in 2013 tot 8 170 in 2016. In vrijwel alle provincies zijn kledingwebwinkels de snelste groeier. De verkoop van boeken, cd’s en dvd’s groeit daarentegen in vrijwel alle provincies het minst hard. Zuid-Holland draagt het meest bij aan de opmars van kledingwebwinkels. Hier nam het aantal toe met 835. Vooral in de regio’s Groot-Rijnmond (+335) en Den Haag (+220) is er sprake van een forse toename. De grootste groei van kledingwebwinkels op regionaal niveau was echter buiten Zuid-Holland, in de regio Groot-Amsterdam (+460).
Het innovatieve aan het nieuwe onderzoek naar de interneteconomie is dat webshops zowel binnen als buiten de detailhandel met behulp van big data zijn geanalyseerd. Het gaat hier alleen om bedrijven met een eigen website en verkoopsysteem. De eis dat bedrijven een eigen website met verkoopsysteem hebben wordt niet gesteld aan de webwinkels in het ABR. In het ABR komen daarentegen ook bedrijven voor die goederen niet via een eigen website aanbieden, maar deze via een ander bedrijf of via een ander verkoopkanaal verkopen. Het big data onderzoek typeert sommige bedrijven dus als webshop die dit volgens het ABR niet zijn, en andersom.