Meer hoge en efficiënte windmolens op land
In 2015 werd 6 procent van alle in Nederland gebruikte stroom met molens opgewekt. Dat is genoeg om 2,5 miljoen huishoudens een jaar lang van stroom te voorzien. Drie kwart van de verbruikte elektriciteit wordt in Nederland opgewekt met het stoken van aardgas en kolen.
Derde windmolenpark op zee
Het vermogen van het Nederlandse windmolenpark is tussen 2002 en 2015 gegroeid van 0,7 naar 3,4 gigawatt. Op land staat eind 2015 ruim 3 gigawatt aan vermogen opgesteld en dat is 0,4 gigawatt meer dan eind 2014. In 2015 kwam het derde op zeewind draaiende molenpark in productie, waardoor het vermogen op zee naar 0,4 gigawatt groeide. In 2006 draaide de eerste windmolen op zee.
Op land staan steeds hogere molens
De afgelopen jaren werden op land steeds hogere windmolens neergezet. Van 2002 tot 2008 nam het aantal molens met een ashoogte – dus waar de wieken draaien - van 51 tot en met 70 meter het sterkst toe. In de periode hierna steeg het vermogen van het windmolenpark vooral door de bouw van molens van meer dan 70 meter. Hiervoor waren minder nieuwe windturbines nodig dan voorheen, omdat deze hogere molens meer vermogen hadden. Na 2011 kwam bijna drie kwart van de stijging van het opgestelde vermogen door de plaatsing van windturbines van meer dan 95 meter hoogte.
Merendeel energie komt van een derde van de windturbines
Hogere molens vangen meer wind en wekken dus meer elektriciteit op, ook omdat de wieken meestal groter zijn. Een derde van de windmolens op land heeft een ashoogte van 71 meter of meer en die hebben samen ruim 60 procent van de windenergie opgewekt in 2015. Dat betekent dat de lagere molens, in aantal twee derde van het totaal, iets minder dan 40 procent van de windenergie hebben opgewekt.
Hogere molens het meest efficiënt
De grootte van de cirkel die de wieken van de windmolen maken, ook wel het rotoroppervlak, is bepalend voor de hoeveelheid elektriciteit die de molen produceert. Hogere molens hebben vaak een grotere rotor en benutten deze ook het meest efficiënt. De opgewekte energie per vierkante meter rotoroppervlak is in 2015 gemiddeld ruim 1000 kilowattuur bij molens van 95 meter of hoger en minder dan 600 kilowattuur bij molens van 30 meter of lager. Deze waarden zijn per jaar niet constant maar zijn afhankelijk van de hoeveelheid wind.