Familiebedrijven
Het aantal familiebedrijven is gemeten op basis van landelijke registers over bedrijven met informatie over hun juridische structuren, eigenaren en bestuurders, zeggenschap en familierelaties. Daarbij is aangesloten bij de Europese definitie van familiebedrijven. Volgens deze definitie is een onderneming, ongeacht grootte, een familiebedrijf, als:
– De meerderheid van de besluitvormingsrechten in het bezit is van de natuurlijke perso(o)n (en) die de onderneming opgericht heeft, of in het bezit is van de natuurlijke perso(o)n(en) die het aandelenkapitaal van de onderneming verworven heeft, of in het bezit is van hun echtgenoten, ouders, kinderen of directe erfgenamen van kinderen.
– De meerderheid van de besluitvormingsrechten indirect of direct is;
– Ten minste één vertegenwoordiger van de familie of verwanten formeel is betrokken bij het bestuur van de onderneming;
– Beursgenoteerde ondernemingen voldoen aan de definitie van familiebedrijf als de persoon die de onderneming opgericht of verworven heeft (aandelenkapitaal) of hun familieleden of afstammelingen 25 procent van de beslissingsbevoegdheid bezitten.
De definitie omvat ook ‘eerste generatie’ familiebedrijven die nog niet aan een volgende generatie is overgedragen.
Identificatie heeft plaatsgevonden op het niveau van ondernemingengroepen met twee werkzame personen of meer. Onderliggende bedrijfseenheden kunnen echter kleiner zijn. Hoewel de definitie ook eenmanszaken en zelfstandigen omvat, mits er een juridische entiteit is die kan worden overgedragen, zijn bedrijven met één werkzame persoon buiten beschouwing gelaten. De reden is dat er wel een juridische eenheid kan zijn, maar daar waar de eigen arbeid vrijwel de enige productiefactor in het bedrijf is, is met de beschikbare registerinformatie niet vast te stellen of er andere overdraagbare productiefactoren zijn. Identificatie onder maatschappen en vennootschappen onder firma (met 2 of meer maten/vennoten) heeft plaatsgevonden ongeacht grootteklasse.