Studenten en scholieren pieken in de ochtendspits

In de ochtendspits van een gemiddelde werkdag in 2014, maakten Nederlanders bijna 8,3 miljoen verplaatsingen met onder andere de auto, fiets of openbaar vervoer. Ruim de helft (54 procent) van de verplaatsingen in de ochtendspits kwam voor rekening van werkenden. In de avondspits waren er meer verplaatsingen (9,7 miljoen), maar gespreider in de tijd: de piek in die spits was lager. Gepensioneerden reisden meer tijdens de avondspits dan in de ochtendspits.

Piek ochtendspits hoger dan avondspits

Tijdens de piek in de ochtendspits, rond 8.15 uur, waren op een gemiddelde werkdag ruim 2,4 miljoen mensen onderweg. De piek valt samen met het tijdstip waarop de meeste scholieren en studenten onderweg waren. De ochtendspits voor werkenden is minder geconcentreerd rond één tijdstip, maar wel omvangrijker dan voor studenten en scholieren. Werkenden reizen doorgaans vroeger; rond 6.30 uur waren al ruim een half miljoen werkenden op weg. De piek in de avondspits was te zien om 17 uur. Deze was met bijna 2 miljoen verplaatsingen iets lager dan het drukste moment tijdens de ochtendspits. Alleen onder werkenden was sprake van een duidelijke piek in de avondspits.

Ochtendspits het drukst op donderdag, avondspits op woensdag

De omvang van het spitsverkeer verschilde per werkdag. De ochtendspits was doorgaans op donderdag het drukst met gemiddeld ruim 8,6 miljoen verplaatsingen, een fractie meer dan op dinsdag. Op vrijdag lag dit aantal ruim 800 duizend lager. Behalve dat werkenden minder op pad gingen op vrijdag, verschilde de samenstelling van de ochtendspits weinig tussen de werkdagen.
De avondspits was op woensdag het drukst met bijna 10 miljoen verplaatsingen. Op vrijdag was het in de avondspits het rustigst.
Werkenden waren op de maandag het best vertegenwoordigd in zowel in de ochtend- als de avondspits, met respectievelijk 56 en 57 procent. Studenten en scholieren waren op maandag juist het minst op pad in vergelijking met de andere werkdagen.

De bouw gaat het vroegst op pad

Van alle werkenden die in de ochtendspits op pad waren, vertrokken werkenden in de bouw het vroegst. Zij kwamen ook het eerst aan op hun bestemming. Ook in de landbouwsector en de industrie waren werkenden doorgaans aanmerkelijk eerder onderweg dan degenen die in andere sectoren werkzaam zijn. In de cultuur- en recreatiesector ging men het laatst op pad. Werkenden in de sector informatie en communicatie waren met 46 minuten het langst onderweg en het laatst op de plaats van bestemming. De gemiddelde reisduur in de gezondheidszorg was het kortst, met 25 minuten.

Auto populairste vervoermiddel

Reizen met de auto was in iedere bedrijfstak favoriet. Ruim drie kwart van de werkgerelateerde verplaatsingen in de bouw ging met de auto. In de bedrijfstakken vervoer en opslag, informatie en communicatie, en zakelijke dienstverlening ging ook meer dan 65 procent van de reizen met de auto.
Overheidspersoneel reisde verhoudingsgewijs vaak met het openbaar vervoer of op de fiets. Dit laatste gold ook voor onderwijs, horeca en gezondheidszorg.