Inflatie stijgt naar 0,2 procent

Vakanties en benzine verhogen inflatie

De inflatie steeg vooral door duurdere verblijven op vakantieparken in Nederland en georganiseerde reizen naar het buitenland. Dit jaar begonnen de bouwvak- en schoolvakanties laat waardoor er meer hoogseizoendagen in augustus vielen dan vorig jaar. Dit gaat gepaard met hogere prijzen.

Ook de prijsontwikkeling van benzine verhoogde de inflatie. In augustus was benzine weliswaar 7,3 procent goedkoper dan een jaar eerder, maar de prijsdaling op jaarbasis was in juli met 10,9 procent nog sterker. Lagere prijzen van voedingsmiddelen daarentegen dempten de inflatie. Vooral aardappelen werden goedkoper.

Inflatie zonder energie, voeding, alcohol en tabak gaat ook omhoog

Omdat de prijsontwikkeling van energie en voeding sterk fluctueert en de prijzen van alcohol en tabak vaak stijgen door belastingmaatregelen, wordt ook gekeken naar de inflatie exclusief deze productgroepen. De inflatie in augustus volgens deze maatstaf was 0,8 procent. In juli was dit 0,4 procent.

Bijstelling inflatiecijfer van juli 2016

In juli is het definitieve inflatiecijfer volgens de CPI uitgekomen op -0,2 procent. Volgens de eerste voorlopige berekening was dat -0,3 procent. Door nagekomen informatie kwam de gemiddelde huurstijging hoger uit dan in de eerste publicatie over juli. Meer informatie vindt u in het gelijktijdig verschenen bericht over de ontwikkeling van woninghuren in 2016.

Inflatie in Nederland dichter bij de eurozone

Naast de consumentenprijsindex (CPI) berekent het CBS ook de Europees geharmoniseerde prijsindex (HICP).

De inflatie in Nederland volgens de HICP steeg fors, van -0,6 procent in juli naar 0,1 procent in augustus. De inflatie in de eurozone bleef onveranderd op 0,2 procent. De inflatie in Nederland ligt nog steeds onder het niveau van de eurozone, maar het verschil is een stuk kleiner geworden.

De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.

De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de prijsontwikkeling van huurwoningen. Omdat de huurstijging hoger is dan de gemiddelde prijsstijging van andere goederen en diensten, komt de Nederlandse inflatie volgens de CPI op dit moment iets hoger uit dan volgens de HICP.