Kankersterfte bij mannen meer dan een derde verminderd

2-9-2016 02:00

Het aantal mannen dat overlijdt aan een vorm van kanker is in minder dan dertig jaar tijd met meer dan een derde afgenomen. Dit hangt mede samen met de afname van sterfte aan long- en maagkanker. De trend is berekend per 100 duizend inwoners en daarbij is rekening gehouden met de bevolkingsopbouw van 2015. De kankersterfte onder vrouwen laat vanaf het begin van de jaren vijftig al een geleidelijke daling zien, maar daalt nu minder hard door een toename van de sterfte aan longkanker, meldt CBS.

Sterfte aan kwaadaardige nieuwvormingen, per 100 000 van de bevolking, gestandaardiseerd op de bevolking van 2015
Mannen Vrouwen
1950 298,9 307,1
1951 296 308,3
1952 299,2 307,2
1953 299,7 296,9
1954 306,8 300,3
1955 306,7 292,9
1956 306,8 298,9
1957 309,6 294,9
1958 317,2 293,1
1959 320 285,5
1960 327,3 295,3
1961 337,9 288
1962 338,4 285,2
1963 350 288,4
1964 360,1 293,1
1965 359,1 289,2
1966 365,2 296,3
1967 371,2 299,5
1968 388,5 297,4
1969 380,4 291,8
1970 380,3 286
1971 386,8 279,4
1972 391,6 281,1
1973 403,3 281,4
1974 404,6 278
1975 413,9 278,3
1976 416,7 265,7
1977 406,5 265,1
1978 422,1 267
1979 418,4 270,2
1980 427,8 261,7
1981 427 271,7
1982 427,2 264,3
1983 425,6 263,6
1984 428,7 262,9
1985 424,6 265,2
1986 431,2 265,1
1987 435,1 272,7
1988 433,8 268,7
1989 423,7 267,7
1990 414,1 263,4
1991 412,8 262,1
1992 412,3 259,2
1993 407,3 261,7
1994 399,8 260,9
1995 395,1 256
1996 394,6 258,6
1997 382,6 259
1998 379 256,4
1999 378,4 258,5
2000 367,2 253,6
2001 356,9 250,7
2002 352,1 251,5
2003 346,4 248,4
2004 342,4 250,7
2005 338,6 252,3
2006 330,8 249,5
2007 328,1 243,9
2008 321,5 250,1
2009 321,6 245,2
2010 321 246,4
2011 310,2 250,8
2012 307,6 245,3
2013 290,8 236,6
2014 285,7 236,4
2015* 285,4 237,2
Sterfte aan kwaadaardige nieuwvormingen, per 100 000 van de bevolking, gestandaardiseerd op de bevolking van 2015
Mannen Vrouwen
1950 298,9 307,1
1951 296 308,3
1952 299,2 307,2
1953 299,7 296,9
1954 306,8 300,3
1955 306,7 292,9
1956 306,8 298,9
1957 309,6 294,9
1958 317,2 293,1
1959 320 285,5
1960 327,3 295,3
1961 337,9 288
1962 338,4 285,2
1963 350 288,4
1964 360,1 293,1
1965 359,1 289,2
1966 365,2 296,3
1967 371,2 299,5
1968 388,5 297,4
1969 380,4 291,8
1970 380,3 286
1971 386,8 279,4
1972 391,6 281,1
1973 403,3 281,4
1974 404,6 278
1975 413,9 278,3
1976 416,7 265,7
1977 406,5 265,1
1978 422,1 267
1979 418,4 270,2
1980 427,8 261,7
1981 427 271,7
1982 427,2 264,3
1983 425,6 263,6
1984 428,7 262,9
1985 424,6 265,2
1986 431,2 265,1
1987 435,1 272,7
1988 433,8 268,7
1989 423,7 267,7
1990 414,1 263,4
1991 412,8 262,1
1992 412,3 259,2
1993 407,3 261,7
1994 399,8 260,9
1995 395,1 256
1996 394,6 258,6
1997 382,6 259
1998 379 256,4
1999 378,4 258,5
2000 367,2 253,6
2001 356,9 250,7
2002 352,1 251,5
2003 346,4 248,4
2004 342,4 250,7
2005 338,6 252,3
2006 330,8 249,5
2007 328,1 243,9
2008 321,5 250,1
2009 321,6 245,2
2010 321 246,4
2011 310,2 250,8
2012 307,6 245,3
2013 290,8 236,6
2014 285,7 236,4
2015* 285,4 237,2

Sterfte aan kwaadaardige nieuwvormingen, per 100 000 van de bevolking, gestandaardiseerd op de bevolking van 2015
	Mannen	Vrouwen
1950	298,9	307,1
1951	296	308,3
1952	299,2	307,2
1953	299,7	296,9
1954	306,8	300,3
1955	306,7	292,9
1956	306,8	298,9
1957	309,6	294,9
1958	317,2	293,1
1959	320	285,5
1960	327,3	295,3
1961	337,9	288
1962	338,4	285,2
1963	350	288,4
1964	360,1	293,1
1965	359,1	289,2
1966	365,2	296,3
1967	371,2	299,5
1968	388,5	297,4
1969	380,4	291,8
1970	380,3	286
1971	386,8	279,4
1972	391,6	281,1
1973	403,3	281,4
1974	404,6	278
1975	413,9	278,3
1976	416,7	265,7
1977	406,5	265,1
1978	422,1	267
1979	418,4	270,2
1980	427,8	261,7
1981	427	271,7
1982	427,2	264,3
1983	425,6	263,6
1984	428,7	262,9
1985	424,6	265,2
1986	431,2	265,1
1987	435,1	272,7
1988	433,8	268,7
1989	423,7	267,7
1990	414,1	263,4
1991	412,8	262,1
1992	412,3	259,2
1993	407,3	261,7
1994	399,8	260,9
1995	395,1	256
1996	394,6	258,6
1997	382,6	259
1998	379	256,4
1999	378,4	258,5
2000	367,2	253,6
2001	356,9	250,7
2002	352,1	251,5
2003	346,4	248,4
2004	342,4	250,7
2005	338,6	252,3
2006	330,8	249,5
2007	328,1	243,9
2008	321,5	250,1
2009	321,6	245,2
2010	321	246,4
2011	310,2	250,8
2012	307,6	245,3
2013	290,8	236,6
2014	285,7	236,4
2015*	285,4	237,2

Sterfte aan kwaadaardige nieuwvormingen, per 100 000 van de bevolking, gestandaardiseerd op de bevolking van 2015
	Mannen	Vrouwen
1950	298,9	307,1
1951	296	308,3
1952	299,2	307,2
1953	299,7	296,9
1954	306,8	300,3
1955	306,7	292,9
1956	306,8	298,9
1957	309,6	294,9
1958	317,2	293,1
1959	320	285,5
1960	327,3	295,3
1961	337,9	288
1962	338,4	285,2
1963	350	288,4
1964	360,1	293,1
1965	359,1	289,2
1966	365,2	296,3
1967	371,2	299,5
1968	388,5	297,4
1969	380,4	291,8
1970	380,3	286
1971	386,8	279,4
1972	391,6	281,1
1973	403,3	281,4
1974	404,6	278
1975	413,9	278,3
1976	416,7	265,7
1977	406,5	265,1
1978	422,1	267
1979	418,4	270,2
1980	427,8	261,7
1981	427	271,7
1982	427,2	264,3
1983	425,6	263,6
1984	428,7	262,9
1985	424,6	265,2
1986	431,2	265,1
1987	435,1	272,7
1988	433,8	268,7
1989	423,7	267,7
1990	414,1	263,4
1991	412,8	262,1
1992	412,3	259,2
1993	407,3	261,7
1994	399,8	260,9
1995	395,1	256
1996	394,6	258,6
1997	382,6	259
1998	379	256,4
1999	378,4	258,5
2000	367,2	253,6
2001	356,9	250,7
2002	352,1	251,5
2003	346,4	248,4
2004	342,4	250,7
2005	338,6	252,3
2006	330,8	249,5
2007	328,1	243,9
2008	321,5	250,1
2009	321,6	245,2
2010	321	246,4
2011	310,2	250,8
2012	307,6	245,3
2013	290,8	236,6
2014	285,7	236,4
2015*	285,4	237,2

Sterfte door longkanker bij mannen met kanker gedaald.

In 2015 was 34 procent (24 duizend) van alle sterfgevallen onder mannen aan kanker te wijten en daarmee was het de belangrijkste doodsoorzaak onder mannen. De kankersterfte is onder mannen, sinds de piek in 1987, met meer dan een derde afgenomen. Dit hangt mede samen met de afname van long- en maagkanker.
Sinds het begin van de jaren vijftig is vooral het aandeel van de sterfte aan maagkanker in de totale kankersterfte bij mannen van 30 procent naar ruim 3 procent gedaald.

Darmkanker na longkanker meest voorkomende vorm kanker bij mannen

Longkanker is nog steeds de meest voorkomende soort bij mannen die overlijden aan kanker. Het aandeel mannen dat hieraan overlijdt is een stuk kleiner geworden. Het daalde van 38 procent eind jaren tachtig naar 26 procent in 2015. Sinds tien jaar is darmkanker na longkanker bij mannen de meest voorkomende vorm bij sterfte aan kanker (12 procent). In de afgelopen 20 jaar is het aandeel van prostaatkanker nagenoeg gelijk gebleven (11 procent).

Aandeel van een kanker in de kankersterfte, mannen, 1950-2015*
	Maag	Dikke darm, plus endeldarm	Long	Lymf en bloedvormend weefsel	Lever en galblaas	Alvleesklier	Prostaat	Overig
1950	30,2	11,9	15,6	6,6	2,3	2,1	8,1	23,2
1951	28,6	11,4	17,6	6,4	2,9	2,3	8,4	22,5
1952	26,7	11,7	18	7,4	3,3	2,3	8,5	22,3
1953	26,7	11,1	18,6	7,3	3	2,4	8,9	22,2
1954	25,6	11,5	20,1	7,4	2,6	2,5	8,3	22
1955	24,6	11,8	20,1	7,3	2,5	2,9	9,1	21,6
1956	23,9	10,9	22,2	7,1	2,2	3	8,7	21,8
1957	22,5	10,9	22,7	8,3	2,5	3,1	9,1	21
1958	21,8	11,3	23	8	2,5	3,3	8,9	21,3
1959	20,9	10,3	25	8,8	2,2	3,4	8,4	21,1
1960	20,1	11,1	25,2	7,9	2,3	3,5	9	20,9
1961	19,6	10,1	26,7	8,3	2,2	3,9	8,8	20,4
1962	18,5	10,1	27,7	8,1	2,2	3,8	9,2	20,5
1963	18	10,7	28,4	7,7	2,4	3,5	8,8	20,4
1964	17,4	10,7	28,8	7,9	2,3	3,9	8,6	20,3
1965	16,4	10,1	29,4	7,9	2,1	3,6	9,3	21,2
1966	16	10,3	30,7	7,9	2	3,7	9,3	20,2
1967	15,1	9,8	32,2	8,1	2,1	4,1	9	19,6
1968	14,6	10,1	31,7	7,8	2,1	4,2	9,8	19,7
1969	13,9	10,2	32,9	7,4	2	4,5	8,5	20,6
1970	13,5	10	34,1	7,3	2	4,2	8,8	20,1
1971	12,7	10	35,4	6,7	1,6	4,3	8,8	20,5
1972	12,2	9,8	34,9	7,4	1,7	4,3	8,9	20,7
1973	11,9	10	35,4	7,3	2	4,6	8,7	20,1
1974	11,6	9,9	35,7	7,3	1,7	4,6	8,4	21
1975	11	10,3	36,2	7,1	1,7	4	9,3	20,3
1976	10,8	10,1	37,3	7	1,7	4,4	9,3	19,3
1977	10,5	10	37,9	7	1,9	4,8	8,3	19,7
1978	9,6	9,7	38,4	7,1	1,7	4,3	8,7	20,4
1979	9,4	9,8	38	6,9	1,8	4,6	9	20,6
1980	8,9	9,4	38,3	6,7	1,9	5	9,1	20,8
1981	8,5	9,5	38,3	6,7	1,8	4,7	9	21,5
1982	8,5	9,6	38,5	6,7	1,7	4,5	9,2	21,3
1983	8,3	9,7	37,9	6,8	1,7	4,5	9	22
1984	8	9,3	38,3	6,8	1,7	4,5	9,3	22,2
1985	7,8	9,6	38,4	6,9	1,6	4,2	9,4	22,1
1986	7,1	9,4	38,2	6,9	1,5	4,4	9,5	23
1987	7,2	10,1	36,9	7	1,6	4,3	9,9	23,1
1988	7,2	9,4	37,2	6,8	1,6	4,2	9,9	23,7
1989	6,8	9,7	36,4	6,9	1,5	4,1	10,3	24,3
1990	6,4	8,9	35,3	7,1	1,6	4	10,8	26
1991	6,4	9,8	35,5	7	1,2	4,3	10,5	25,3
1992	6,5	9,6	34,8	7,4	1,2	4	10,9	25,6
1993	5,9	9,6	34,5	7,5	1,5	3,9	11,4	25,7
1994	6	9,8	34,1	7,2	1,5	4	11,7	25,9
1995	5,5	9,9	33,9	7,2	1,8	4	11,9	25,8
1996	5,7	9,8	32,6	7,6	1,3	4	11,8	27,2
1997	5,2	10,5	33	7,3	1,4	3,8	11,6	27,3
1998	5,1	10,5	32,3	7,6	1,3	3,9	11,6	27,6
1999	5	10,5	31,4	7,4	1,5	3,9	11,4	29
2000	5	10,3	30,4	7,7	1,5	4,1	11,4	29,6
2001	4,7	10,3	31,1	8	1,4	4,6	11	28,9
2002	4,6	10,7	30,8	7,9	1,5	4,2	11,4	28,9
2003	4,7	10,8	29,5	7,9	1,5	4,2	11,3	30
2004	4,3	10,7	30,7	7,6	1,5	4,6	11	29,8
2005	4,5	10,7	29,9	7,6	1,6	4,9	11,2	29,7
2006	4	11,4	29,4	7,5	1,6	4,7	11,2	30,2
2007	3,9	11,5	29,4	7,3	1,8	5,2	11,2	29,8
2008	4	11,3	29,2	7,3	1,8	5,3	11,1	30,1
2009	3,9	11,5	28,5	7,2	2,1	5,2	11,1	30,5
2010	4	11,6	28,3	7,3	2	5,2	11,2	30,3
2011	3,8	11,4	28,7	7,5	2,1	5,2	10,9	30,5
2012	3,5	11,9	26,9	7,7	2,2	5,6	10,9	31,4
2013	3,5	11,5	27,2	8	2,1	5,3	11,1	31,3
2014	3,2	11,6	26,6	7,9	2,5	5,7	11	31,5
2015*	3,5	11,6	25,7	8,1	2,6	5,7	11,1	31,9

Aandeel van een kanker in de kankersterfte, mannen, 1950-2015*
	Maag	Dikke darm, plus endeldarm	Long	Lymf en bloedvormend weefsel	Lever en galblaas	Alvleesklier	Prostaat	Overig
1950	30,2	11,9	15,6	6,6	2,3	2,1	8,1	23,2
1951	28,6	11,4	17,6	6,4	2,9	2,3	8,4	22,5
1952	26,7	11,7	18	7,4	3,3	2,3	8,5	22,3
1953	26,7	11,1	18,6	7,3	3	2,4	8,9	22,2
1954	25,6	11,5	20,1	7,4	2,6	2,5	8,3	22
1955	24,6	11,8	20,1	7,3	2,5	2,9	9,1	21,6
1956	23,9	10,9	22,2	7,1	2,2	3	8,7	21,8
1957	22,5	10,9	22,7	8,3	2,5	3,1	9,1	21
1958	21,8	11,3	23	8	2,5	3,3	8,9	21,3
1959	20,9	10,3	25	8,8	2,2	3,4	8,4	21,1
1960	20,1	11,1	25,2	7,9	2,3	3,5	9	20,9
1961	19,6	10,1	26,7	8,3	2,2	3,9	8,8	20,4
1962	18,5	10,1	27,7	8,1	2,2	3,8	9,2	20,5
1963	18	10,7	28,4	7,7	2,4	3,5	8,8	20,4
1964	17,4	10,7	28,8	7,9	2,3	3,9	8,6	20,3
1965	16,4	10,1	29,4	7,9	2,1	3,6	9,3	21,2
1966	16	10,3	30,7	7,9	2	3,7	9,3	20,2
1967	15,1	9,8	32,2	8,1	2,1	4,1	9	19,6
1968	14,6	10,1	31,7	7,8	2,1	4,2	9,8	19,7
1969	13,9	10,2	32,9	7,4	2	4,5	8,5	20,6
1970	13,5	10	34,1	7,3	2	4,2	8,8	20,1
1971	12,7	10	35,4	6,7	1,6	4,3	8,8	20,5
1972	12,2	9,8	34,9	7,4	1,7	4,3	8,9	20,7
1973	11,9	10	35,4	7,3	2	4,6	8,7	20,1
1974	11,6	9,9	35,7	7,3	1,7	4,6	8,4	21
1975	11	10,3	36,2	7,1	1,7	4	9,3	20,3
1976	10,8	10,1	37,3	7	1,7	4,4	9,3	19,3
1977	10,5	10	37,9	7	1,9	4,8	8,3	19,7
1978	9,6	9,7	38,4	7,1	1,7	4,3	8,7	20,4
1979	9,4	9,8	38	6,9	1,8	4,6	9	20,6
1980	8,9	9,4	38,3	6,7	1,9	5	9,1	20,8
1981	8,5	9,5	38,3	6,7	1,8	4,7	9	21,5
1982	8,5	9,6	38,5	6,7	1,7	4,5	9,2	21,3
1983	8,3	9,7	37,9	6,8	1,7	4,5	9	22
1984	8	9,3	38,3	6,8	1,7	4,5	9,3	22,2
1985	7,8	9,6	38,4	6,9	1,6	4,2	9,4	22,1
1986	7,1	9,4	38,2	6,9	1,5	4,4	9,5	23
1987	7,2	10,1	36,9	7	1,6	4,3	9,9	23,1
1988	7,2	9,4	37,2	6,8	1,6	4,2	9,9	23,7
1989	6,8	9,7	36,4	6,9	1,5	4,1	10,3	24,3
1990	6,4	8,9	35,3	7,1	1,6	4	10,8	26
1991	6,4	9,8	35,5	7	1,2	4,3	10,5	25,3
1992	6,5	9,6	34,8	7,4	1,2	4	10,9	25,6
1993	5,9	9,6	34,5	7,5	1,5	3,9	11,4	25,7
1994	6	9,8	34,1	7,2	1,5	4	11,7	25,9
1995	5,5	9,9	33,9	7,2	1,8	4	11,9	25,8
1996	5,7	9,8	32,6	7,6	1,3	4	11,8	27,2
1997	5,2	10,5	33	7,3	1,4	3,8	11,6	27,3
1998	5,1	10,5	32,3	7,6	1,3	3,9	11,6	27,6
1999	5	10,5	31,4	7,4	1,5	3,9	11,4	29
2000	5	10,3	30,4	7,7	1,5	4,1	11,4	29,6
2001	4,7	10,3	31,1	8	1,4	4,6	11	28,9
2002	4,6	10,7	30,8	7,9	1,5	4,2	11,4	28,9
2003	4,7	10,8	29,5	7,9	1,5	4,2	11,3	30
2004	4,3	10,7	30,7	7,6	1,5	4,6	11	29,8
2005	4,5	10,7	29,9	7,6	1,6	4,9	11,2	29,7
2006	4	11,4	29,4	7,5	1,6	4,7	11,2	30,2
2007	3,9	11,5	29,4	7,3	1,8	5,2	11,2	29,8
2008	4	11,3	29,2	7,3	1,8	5,3	11,1	30,1
2009	3,9	11,5	28,5	7,2	2,1	5,2	11,1	30,5
2010	4	11,6	28,3	7,3	2	5,2	11,2	30,3
2011	3,8	11,4	28,7	7,5	2,1	5,2	10,9	30,5
2012	3,5	11,9	26,9	7,7	2,2	5,6	10,9	31,4
2013	3,5	11,5	27,2	8	2,1	5,3	11,1	31,3
2014	3,2	11,6	26,6	7,9	2,5	5,7	11	31,5
2015*	3,5	11,6	25,7	8,1	2,6	5,7	11,1	31,9

Longkanker belangrijkste vorm van kanker bij vrouwen.

Vorig jaar was 27 procent van de doodsoorzaken bij vrouwen (20 duizend) terug te voeren op kanker. Sinds 1950 is de kankersterfte onder vrouwen met bijna een kwart afgenomen. Dit hangt samen met de daling van de sterfte aan maagkanker en borstkanker.
Sinds het begin van de jaren vijftig is, net als bij mannen, het aandeel van de sterfte aan maagkanker in de totale kankersterfte bij vrouwen gedaald van 22 procent naar 2 procent gedaald.

Borstkanker na longkanker meest voorkomende soort bij kankersterfte vrouwen

Tot en met 2006 zorgde borstkanker voor de hoogste sterfte onder vrouwen met kanker. Het aandeel borstkanker in de totale kankersterfte is sindsdien gedaald van iets meer dan 18 procent naar 16 procent in 2015. Het aandeel longkanker nam juist toe van 17 procent in 2006 naar 21 procent vorig jaar.

Aandeel van een kanker in de kankersterfte, vrouwen, 1950-2015*
	Maag	Dikke darm, plus endeldarm	Long	Lymf en bloedvormend weefsel	Lever en galblaas	Alvleesklier	Borst	Baarmoeder	Eierstok	Overig
1950	22,1	13,5	2,3	4,9	5,5	2	17,6	8,4	5	18,7
1951	20,5	12,4	2,8	4,9	7,1	2	18,1	8,9	5,1	18,2
1952	19,8	12,9	2,1	5,8	6,9	2,4	18,4	8,6	5,5	17,7
1953	19,6	13,1	2,5	6	6,5	2	18	8,6	5,3	18,4
1954	19,7	13	2,6	5,9	5,7	2,1	17,7	8,1	5,7	19,5
1955	18,5	12,9	2,3	6,1	5,5	2,6	18,1	9,1	6,2	18,7
1956	18,5	13,2	2,6	6,3	6,3	2,6	18,4	7,9	5,6	18,6
1957	17,9	13,3	2,6	6,3	5,7	2,9	18,1	8,5	6,1	18,6
1958	16,2	12,9	2,4	7,2	6	3,2	18,8	8,5	5,9	18,8
1959	15,6	13,6	2,6	6,7	6,2	3,1	19,6	8,1	6,2	18,3
1960	14,8	14	2,7	7,1	5,8	3	19,4	8	6,3	19
1961	14,6	13,2	3,1	7,1	5,7	3,1	19,9	8,5	6,2	18,5
1962	14,5	14,2	2,7	7,3	5,7	3,9	19,2	8,3	6,2	18
1963	14,2	14,5	2,9	7	5,3	3,4	19,4	8,3	6,4	18,6
1964	14,1	14	2,9	7,2	5,7	3,4	20,2	7,9	6,1	18,6
1965	13,5	13,8	2,8	7,5	5,5	3,7	20,7	7,9	6,3	18,4
1966	13,4	14,5	2,7	7,4	5,5	4,2	20	7,9	6,1	18,4
1967	13,1	14,1	2,9	7,7	5,1	4,1	21,3	7,6	6,6	17,3
1968	12,5	14,6	3,2	7,2	5,1	4,3	20,6	7,6	6,9	18
1969	11,2	14,8	2,7	7,7	5,2	4,1	20,6	7,9	6,7	19,1
1970	11,4	14,9	3	7,6	4,6	4,8	20,7	7,3	7,1	18,5
1971	11	14,7	3,3	7,6	4,3	4,4	21,4	7,5	7,4	18,3
1972	10,3	15,2	3,5	8,3	4,2	4,5	21,8	6,8	7,3	18,2
1973	10,5	14,6	3,3	7,8	4,3	4,8	21,8	6,6	7,6	18,8
1974	10	14,5	3,8	7,5	4,3	5	21,8	6,6	7,2	19,2
1975	9,4	15,3	3,7	7,9	4,6	5	21,2	6,5	7,3	19,1
1976	9,8	15,1	4,1	7,8	4	5	21,4	6,6	7,3	18,9
1977	9,3	15	4,4	8,2	4	5,2	21,1	6,1	7,6	19
1978	8,5	15,1	4,7	8,3	4,4	5,6	20,8	6	6,9	19,8
1979	8	15,6	4,5	8	4,4	5,3	21,5	6	6,9	19,9
1980	7,7	15,3	5,2	7,8	4,1	5,6	21,5	5,5	6,4	20,8
1981	7,5	15,2	5,5	7,8	4	5,3	21,4	5,4	6,6	21,4
1982	7,8	14,7	5,8	8,3	3,7	5,4	22	4,9	6,1	21,3
1983	7,1	15	6	7,9	4,2	5,3	21,7	5	6,6	21,4
1984	6,8	14,8	6,7	8,3	3,7	5,9	21,2	4,8	6,3	21,4
1985	6,5	14,5	6,6	8,3	3,3	5,9	21,7	4,5	6,4	22,2
1986	6,5	14,3	7,1	8,3	3,3	5,5	21,3	4,9	6,8	22
1987	6,2	15	6,9	8,4	3,1	5,2	21,6	4,8	6,4	22,4
1988	5,7	14,1	7,6	7,8	3	5,7	21,8	4,5	6,9	23
1989	5,7	13,8	8,1	8,8	2,9	5,6	22	4,4	6,4	22,3
1990	5,3	13,9	8	8,7	2,5	5,8	21,5	4,5	6,4	23,3
1991	5,4	13,7	8,2	8,4	2,6	5,3	22,3	4,2	6,7	23,2
1992	5,1	13,5	9,1	8,5	2,5	5,6	22,1	4,1	6,5	23
1993	4,9	14	9,7	8,2	2,5	5,1	22,1	4,1	6,4	23,2
1994	4,8	13,2	10,1	8,2	2,2	5,4	22	3,9	6,6	23,6
1995	4,6	14	10,8	8,3	2,4	5,3	21,6	3,7	6,5	22,9
1996	4,6	13	10,9	8,6	2	5,5	21,6	3,7	6,4	23,7
1997	4,1	12,8	11,3	8,5	2,3	5,8	21,4	3,6	5,9	24,4
1998	3,7	13,3	11,8	8,5	2,1	5,3	21,1	4	5,8	24,3
1999	3,9	12,9	12,4	8,3	2	5,6	21,4	3,8	5,4	24,2
2000	4	12,7	13,3	8,2	1,9	5,4	20,1	3,9	5,3	25,2
2001	3,8	12,9	13,7	8,2	2	5,4	20,3	3,7	5,6	24,4
2002	3,6	12,6	14,6	7,8	1,7	5,7	20	3,5	5,4	25
2003	3,6	12,6	15,6	7,9	1,7	5,5	19,4	3,3	5,3	25
2004	3,7	12,2	16,1	8,2	1,8	5,7	18,7	3,5	5,4	24,8
2005	3,1	12,9	16,9	7,5	1,9	6,3	18,2	3,6	5,2	24,4
2006	3,3	12,6	17,4	7,5	1,8	6,2	18,3	3,3	5,5	24
2007	3,2	13,1	18,7	7,1	1,9	6	17,6	3,3	5	24
2008	2,9	12,5	18,7	7	1,9	6,5	17,6	3,4	5,4	24
2009	3,3	12,3	18,8	7,7	2	6,4	16,9	3,4	5,4	23,9
2010	2,7	12,6	19,1	7,3	1,9	6,6	16,7	3,3	5,5	24,2
2011	2,8	12,6	19,9	7,2	2	6,7	16,4	3,4	5,2	23,9
2012	2,7	13	20,2	7	2,2	6,4	16,1	3,4	5,2	23,9
2013	2,7	12,1	20,9	7,4	2,2	6,3	16,2	3,5	5,2	23,4
2014	2,8	11,5	21,1	7,3	2,4	6,9	15,3	3,5	5,2	24,1
2015*	2,3	11,7	21,2	7,6	2,4	6,6	16,2	3,3	5	23,8

Aandeel van een kanker in de kankersterfte, vrouwen, 1950-2015*
	Maag	Dikke darm, plus endeldarm	Long	Lymf en bloedvormend weefsel	Lever en galblaas	Alvleesklier	Borst	Baarmoeder	Eierstok	Overig
1950	22,1	13,5	2,3	4,9	5,5	2	17,6	8,4	5	18,7
1951	20,5	12,4	2,8	4,9	7,1	2	18,1	8,9	5,1	18,2
1952	19,8	12,9	2,1	5,8	6,9	2,4	18,4	8,6	5,5	17,7
1953	19,6	13,1	2,5	6	6,5	2	18	8,6	5,3	18,4
1954	19,7	13	2,6	5,9	5,7	2,1	17,7	8,1	5,7	19,5
1955	18,5	12,9	2,3	6,1	5,5	2,6	18,1	9,1	6,2	18,7
1956	18,5	13,2	2,6	6,3	6,3	2,6	18,4	7,9	5,6	18,6
1957	17,9	13,3	2,6	6,3	5,7	2,9	18,1	8,5	6,1	18,6
1958	16,2	12,9	2,4	7,2	6	3,2	18,8	8,5	5,9	18,8
1959	15,6	13,6	2,6	6,7	6,2	3,1	19,6	8,1	6,2	18,3
1960	14,8	14	2,7	7,1	5,8	3	19,4	8	6,3	19
1961	14,6	13,2	3,1	7,1	5,7	3,1	19,9	8,5	6,2	18,5
1962	14,5	14,2	2,7	7,3	5,7	3,9	19,2	8,3	6,2	18
1963	14,2	14,5	2,9	7	5,3	3,4	19,4	8,3	6,4	18,6
1964	14,1	14	2,9	7,2	5,7	3,4	20,2	7,9	6,1	18,6
1965	13,5	13,8	2,8	7,5	5,5	3,7	20,7	7,9	6,3	18,4
1966	13,4	14,5	2,7	7,4	5,5	4,2	20	7,9	6,1	18,4
1967	13,1	14,1	2,9	7,7	5,1	4,1	21,3	7,6	6,6	17,3
1968	12,5	14,6	3,2	7,2	5,1	4,3	20,6	7,6	6,9	18
1969	11,2	14,8	2,7	7,7	5,2	4,1	20,6	7,9	6,7	19,1
1970	11,4	14,9	3	7,6	4,6	4,8	20,7	7,3	7,1	18,5
1971	11	14,7	3,3	7,6	4,3	4,4	21,4	7,5	7,4	18,3
1972	10,3	15,2	3,5	8,3	4,2	4,5	21,8	6,8	7,3	18,2
1973	10,5	14,6	3,3	7,8	4,3	4,8	21,8	6,6	7,6	18,8
1974	10	14,5	3,8	7,5	4,3	5	21,8	6,6	7,2	19,2
1975	9,4	15,3	3,7	7,9	4,6	5	21,2	6,5	7,3	19,1
1976	9,8	15,1	4,1	7,8	4	5	21,4	6,6	7,3	18,9
1977	9,3	15	4,4	8,2	4	5,2	21,1	6,1	7,6	19
1978	8,5	15,1	4,7	8,3	4,4	5,6	20,8	6	6,9	19,8
1979	8	15,6	4,5	8	4,4	5,3	21,5	6	6,9	19,9
1980	7,7	15,3	5,2	7,8	4,1	5,6	21,5	5,5	6,4	20,8
1981	7,5	15,2	5,5	7,8	4	5,3	21,4	5,4	6,6	21,4
1982	7,8	14,7	5,8	8,3	3,7	5,4	22	4,9	6,1	21,3
1983	7,1	15	6	7,9	4,2	5,3	21,7	5	6,6	21,4
1984	6,8	14,8	6,7	8,3	3,7	5,9	21,2	4,8	6,3	21,4
1985	6,5	14,5	6,6	8,3	3,3	5,9	21,7	4,5	6,4	22,2
1986	6,5	14,3	7,1	8,3	3,3	5,5	21,3	4,9	6,8	22
1987	6,2	15	6,9	8,4	3,1	5,2	21,6	4,8	6,4	22,4
1988	5,7	14,1	7,6	7,8	3	5,7	21,8	4,5	6,9	23
1989	5,7	13,8	8,1	8,8	2,9	5,6	22	4,4	6,4	22,3
1990	5,3	13,9	8	8,7	2,5	5,8	21,5	4,5	6,4	23,3
1991	5,4	13,7	8,2	8,4	2,6	5,3	22,3	4,2	6,7	23,2
1992	5,1	13,5	9,1	8,5	2,5	5,6	22,1	4,1	6,5	23
1993	4,9	14	9,7	8,2	2,5	5,1	22,1	4,1	6,4	23,2
1994	4,8	13,2	10,1	8,2	2,2	5,4	22	3,9	6,6	23,6
1995	4,6	14	10,8	8,3	2,4	5,3	21,6	3,7	6,5	22,9
1996	4,6	13	10,9	8,6	2	5,5	21,6	3,7	6,4	23,7
1997	4,1	12,8	11,3	8,5	2,3	5,8	21,4	3,6	5,9	24,4
1998	3,7	13,3	11,8	8,5	2,1	5,3	21,1	4	5,8	24,3
1999	3,9	12,9	12,4	8,3	2	5,6	21,4	3,8	5,4	24,2
2000	4	12,7	13,3	8,2	1,9	5,4	20,1	3,9	5,3	25,2
2001	3,8	12,9	13,7	8,2	2	5,4	20,3	3,7	5,6	24,4
2002	3,6	12,6	14,6	7,8	1,7	5,7	20	3,5	5,4	25
2003	3,6	12,6	15,6	7,9	1,7	5,5	19,4	3,3	5,3	25
2004	3,7	12,2	16,1	8,2	1,8	5,7	18,7	3,5	5,4	24,8
2005	3,1	12,9	16,9	7,5	1,9	6,3	18,2	3,6	5,2	24,4
2006	3,3	12,6	17,4	7,5	1,8	6,2	18,3	3,3	5,5	24
2007	3,2	13,1	18,7	7,1	1,9	6	17,6	3,3	5	24
2008	2,9	12,5	18,7	7	1,9	6,5	17,6	3,4	5,4	24
2009	3,3	12,3	18,8	7,7	2	6,4	16,9	3,4	5,4	23,9
2010	2,7	12,6	19,1	7,3	1,9	6,6	16,7	3,3	5,5	24,2
2011	2,8	12,6	19,9	7,2	2	6,7	16,4	3,4	5,2	23,9
2012	2,7	13	20,2	7	2,2	6,4	16,1	3,4	5,2	23,9
2013	2,7	12,1	20,9	7,4	2,2	6,3	16,2	3,5	5,2	23,4
2014	2,8	11,5	21,1	7,3	2,4	6,9	15,3	3,5	5,2	24,1
2015*	2,3	11,7	21,2	7,6	2,4	6,6	16,2	3,3	5	23,8

Bronnen

Statline - Overledenen; belangrijke doodsoorzaken (korte lijst), leeftijd, geslacht