Meer zelfdodingen
De afgelopen jaren is het aantal zelfdodingen gestegen: van 1 353 in 2007 naar 1 871 in 2015. Dat komt neer op gemiddeld vijf mensen per dag. Ook afgezet tegen de groeiende bevolking stijgt het zelfdodingscijfer. Het ligt met 11,0 per 100 duizend inwoners op het niveau van begin jaren negentig. Aan het begin van de jaren tachtig lag dit relatieve cijfer het hoogst (14,4 per 100 duizend mensen in 1984).
Relatief (linkeras) | Absoluut (rechteras) | |
---|---|---|
1970 | 11 | 1049 |
1971 | 11,2 | 1090 |
1972 | 11 | 1094 |
1973 | 11,2 | 1164 |
1974 | 11,9 | 1247 |
1975 | 11,3 | 1219 |
1976 | 11,9 | 1300 |
1977 | 11,5 | 1274 |
1978 | 11,8 | 1346 |
1979 | 12,9 | 1465 |
1980 | 12,2 | 1430 |
1981 | 12 | 1431 |
1982 | 12,8 | 1535 |
1983 | 14,2 | 1720 |
1984 | 14,3 | 1782 |
1985 | 12,7 | 1638 |
1986 | 12,4 | 1604 |
1987 | 12,3 | 1616 |
1988 | 11,4 | 1523 |
1989 | 11,2 | 1520 |
1990 | 10,4 | 1450 |
1991 | 11,5 | 1611 |
1992 | 11,2 | 1587 |
1993 | 10,7 | 1555 |
1994 | 10,8 | 1584 |
1995 | 10,2 | 1511 |
1996 | 10,6 | 1577 |
1997 | 10,4 | 1570 |
1998 | 10 | 1519 |
1999 | 10 | 1517 |
2000 | 9,8 | 1500 |
2001 | 9,4 | 1473 |
2002 | 9,9 | 1567 |
2003 | 9,6 | 1500 |
2004 | 9,5 | 1514 |
2005 | 9,8 | 1572 |
2006 | 9,5 | 1524 |
2007 | 8,3 | 1353 |
2008 | 8,8 | 1435 |
2009 | 9,2 | 1525 |
2010 | 9,7 | 1600 |
2011 | 9,9 | 1647 |
2012 | 10,5 | 1753 |
2013 | 11,1 | 1857 |
2014 | 10,9 | 1839 |
2015 | 11,1 | 1871 |
Vooral toename bij mannen van 20 tot 30 jaar en 60-plussers
Vergeleken met 2014 waren er 30 zelfdodingen meer bij mannen, terwijl het aantal gevallen onder vrouwen nagenoeg gelijk bleef. Zelfdoding kwam vooral meer voor bij mannen van in de twintig (van 104 naar 133) en ouder dan zestig jaar (van 324 naar 396). Bij de andere leeftijdsgroepen is het aantal zelfdodingen gedaald of nagenoeg gelijk gebleven.
2015 | 2014 | |
---|---|---|
10 tot 20 jaar | 2,4 | 2,7 |
20 tot 30 jaar | 8,7 | 7,4 |
30 tot 40 jaar | 11 | 11,2 |
40 tot 50 jaar | 14,8 | 16 |
50 tot 60 jaar | 19,1 | 20,9 |
60 tot 70 jaar | 15 | 12,4 |
70 tot 80 jaar | 13,2 | 12,7 |
80 jaar of ouder | 14,7 | 12,7 |
Vaker zelfdoding onder weduwnaars en gescheiden mannen
Zelfdoding komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Vorig jaar waren dit 1 280 mannen en 591 vrouwen. De meeste zelfdodingen kwamen naar verhouding voor bij gescheiden mannen en weduwnaars (45 per 100 duizend). Dit cijfer ligt ongeveer vier keer hoger dan bij getrouwde mannen en mannen die nooit getrouwd zijn geweest. Ook bij vrouwen zijn de meeste zelfdodingen onder gescheiden vrouwen, maar vergeleken bij mannen zijn de verschillen minder groot.
Mannen | Vrouwen | |
---|---|---|
Gescheiden | 46,3 | 18,6 |
Verweduwd | 45,4 | 11 |
Nooit gehuwd | 13 | 5,6 |
Gehuwd | 11,4 | 5 |
Zelfdoding belangrijke doodsoorzaak tussen 20 en 40 jaar
Er overlijden relatief weinig mensen tussen de 20 en 40 jaar. In deze leeftijdsgroep overleed in 2015 bijna een kwart door zelfdoding (408 van de 1 702). Daarmee kwam die doodsoorzaak vaker voor dan kanker (378 overledenen), hart- en vaatziekten (146 overledenen) of verkeersongevallen op de weg (124 overledenen). Bij 40- tot 60-jarigen was zelfdoding na kanker en hart- en vaatziekten de meest voorkomende doodsoorzaak. Vanaf 60 jaar wordt het percentage mensen dat overlijdt door zelfdoding steeds kleiner.
Omdat er veel meer 60-plussers overlijden dan jonge mensen, is het percentage dat door zelfdoding om het leven komt in deze leeftijdscategorie zeer laag (minder dan een half procent). Maar van alle mensen die een einde aan hun leven maakten, was in 2015 ruim 30 procent ouder dan 60 jaar.
In Nederland relatief weinig zelfdodingen
Vergeleken met andere Europese landen komt zelfdoding in Nederland relatief weinig voor. De meest recente cijfers op Europees niveau laten zien dat in Rusland zelfdoding het meest voorkomt (21 per 100 duizend inwoners), gevolgd door Hongarije en Slovenië. Ook in België en Frankrijk ligt het aandeel relatief hoog.
Zelfdoding | |
---|---|
Rusland ('11) | 21 |
Hongarije | 19,4 |
Slovenië ('10) | 18,6 |
België ('12) | 17,4 |
Estland ('12) | 16,6 |
Frankrijk ('11) | 15,8 |
Finland | 15,8 |
Polen | 15,3 |
Tsjechië | 14,2 |
Oostenrijk | 13,6 |
Zweden | 12,3 |
Zwitserland ('12) | 12 |
Denemarken ('12) | 11,3 |
Slowakije ('10) | 11,3 |
Ierland ('10) | 11 |
Duitsland | 10,8 |
Noorwegen | 10,8 |
Nederland | 10,5 |
Luxemburg ('12) | 9,4 |
Portugal | 8,7 |
Ver. Koninkrijk | 7,6 |
Spanje | 7,5 |
Italië ('12) | 6,3 |
Griekenland ('12) | 4,2 |
Downloads
Bronnen
- StatLine - Belangrijke doodsoorzaken (korte lijst) naar leeftijd en geslacht
- StatLine - Belangrijke doodsoorzaken (korte lijst) naar regio