Minder langdurig werklozen
Werkloosheid daalt
Met 604 duizend werklozen in het eerste kwartaal is de werkloosheid in Nederland in een jaar tijd met 60 duizend afgenomen. Deze afname komt vrijwel geheel voor rekening van langdurig werklozen. Begin 2015 waren er nog 289 duizend langdurig werklozen, tegen 232 duizend begin dit jaar. Hiermee is 38 procent van de werklozen 12 maanden of langer op zoek naar werk. Het aantal kortdurend werklozen was in het eerste kwartaal van dit jaar vrijwel hetzelfde als een jaar eerder en omvatte bijna 350 duizend personen.
Meer vrouwen dan mannen langdurig werkloos
In 2014 en in de eerste maanden van 2015 liep de langdurige werkloosheid voor mannen sterker op dan voor vrouwen. Sindsdien is deze vooral gedaald onder mannen. Hierdoor zijn werkloze vrouwen nu vaker dan mannen 12 maanden of meer op zoek naar werk: 41 tegen 36 procent.
Daling onder 45-plussers veel minder sterk
Jongeren tot 25 jaar zijn doorgaans kort werkloos. Slechts een klein deel van de werkloze jongeren was in de afgelopen kwartalen een jaar of langer op zoek naar werk. Langdurige werkloosheid komt vooral voor onder 45- tot 75-jarigen. Aan het begin van het jaar waren er 147 duizend langdurig werklozen van deze leeftijd. Daarmee was 59 procent van de werkloze 45-plussers 12 maanden of meer op zoek naar werk. Dat is iets minder dan een jaar eerder. Bij 25- tot 45-jarigen nam het percentage langdurig werklozen sterker af: in één jaar tijd van 44 tot 35 procent. Uiteindelijk waren er 68 duizend langdurig werklozen van deze leeftijd begin 2016.
Meer werklozen vinden werk
Het aantal werklozen daalt sinds het tweede kwartaal van 2014. Het aantal werklozen dat een baan vindt, is sindsdien groter dan het aantal werkende mensen die werkloos worden. In het eerste kwartaal van 2016 ging het om 124 duizend baanvinders tegenover 98 duizend baanverliezers. Dit drukte de werkloosheid met 26 duizend.
Daarnaast zijn er iets meer mensen die de arbeidsmarkt op gaan en werkloos worden dan dat er werklozen de arbeidsmarkt verlaten doordat ze bijvoorbeeld niet meer naar werk zoeken. In het afgelopen kwartaal traden 189 duizend niet-werkenden toe tot de arbeidsmarkt die werkloos werden omdat ze nog geen werk vonden. Hier stonden 187 duizend werklozen tegenover die de arbeidsmarkt verlieten. Dit stuwde de werkloosheid op met 2 duizend werklozen. Hiermee was het opwaartse effect van 2 duizend kleiner dan het neerwaartse effect van 26 duizend, waardoor de werkloosheid in het eerste kwartaal van 2016 daalde.
Vooral jonge werklozen snel aan de slag
Jonge werklozen vinden doorgaans het snelst een baan. Van de 155 duizend jongeren tot 25 jaar die in het vierde kwartaal van 2015 werkloos waren, hadden er 43 duizend (28 procent) betaald werk in het eerste kwartaal van 2016. Van de 253 duizend werkloze 45-plussers hadden er 26 duizend (10 procent) een kwartaal later een baan. Het percentage 45- tot 75-jarigen dat snel aan de slag ging, ligt dus veel lager dan dat onder jongeren. Bovendien lag dit percentage in de afgelopen jaren op vrijwel hetzelfde niveau.