Armoede
Voor de afbakening van armoede gebruikt CBS de lage-inkomensgrens. Naast het inkomen worden aanvullende indicatoren gebruikt om de kans op armoede te beschrijven. Het betreft de verblijfsduur onder de inkomensgrens, de vermogenspositie, de omvang van de vaste lasten en het oordeel over de eigen financiële positie.
Omdat de inzichten van wat armoede precies inhoudt, subjectief zijn, spreekt CBS niet van arme huishoudens maar van huishoudens met een laag inkomen of van huishoudens met kans op armoede. Zie ook de CBS-publicatie Armoede en sociale uitsluiting 2015.