Kleine en nieuwere overheidskantoren verbruiken meer energie
In kleine overheidskantoren wordt meer gas verstookt dan in vergelijkbare kantoren in het overige deel van de dienstensector. Ook blijken recent gebouwde overheidskantoren meer elektriciteit te gebruiken dan oudere overheidskantoren. Dit blijkt uit berekeningen van CBS.
Kleine overheidskantoren gebruiken relatief meer gas dan kantoren overige dienstensector
Het gemiddelde gasverbruik per m2 gebruiksoppervlakte is hoger in kleine overheidskantoren (tot 2 500 m2) dan in vergelijkbare kantoren in de overige dienstensector. Zo verbruiken overheidskantoren in de oppervlakteklasse 1 000 tot 2 500 m2 per jaar gemiddeld 13,3 m3 per m2, terwijl kantoren in de overige dienstensector in deze oppervlakteklasse per jaar slechts 10,9 m3 per m2 verbruiken. Onder de dienstensector vallen onder andere handel, transport, horeca, financiële diensten, onderwijs, zorg en overheid. Een groot aantal (twee derde) kantoren van de overheid valt in deze oppervlakteklasse.
Ook wanneer rekening wordt gehouden met de leeftijd van het gebouw, blijken kleine overheidskantoren nog steeds relatief meer gas te verbruiken dan vergelijkbare kantoren in de overige dienstensector.
Gasverbruik ‘gebouwgebonden’
Gas wordt in kantoren gebruikt voor ruimteverwarming en is daardoor gebouwgebonden. Dat betekent dat er een duidelijk verband is tussen bouwkenmerken en gasverbruik. Het relatieve gasverbruik neemt af met toenemende oppervlakteklasse. Dit heeft te maken met schaalvoordelen die optreden bij toenemende oppervlakte.
De overheid probeert door middel van het instellen van bouwnormen ten aanzien van isolatie en dergelijke de energieprestaties van nieuwbouw (woningen en utiliteitsbouw) te verbeteren. Bouwnormen worden dan ook regelmatig aangescherpt. Omdat het gasverbruik in kantoren nagenoeg volledig gebouwgebonden is, zal het gasverbruik per vierkante meter afnemen naarmate een gebouw jonger is.
Nieuwe overheidskantoren verbruiken relatief veel elektriciteit
Het verschil in elektriciteitsverbruik tussen overheidskantoren en overige kantoren in de dienstensector is minder eenduidig. Overheidskantoren die gebouwd zijn in de periode 1994 en 2015 verbruiken relatief meer elektriciteit dan overheidskantoren van eerdere jaren. Zo verbruiken overheidskantoren in de oppervlakteklasse 500 tot 1 000 m2 die gebouwd zijn na 1994 gemiddeld 65,6 kWh per m2, terwijl overheidskantoren in dezelfde oppervlakteklasse maar dan gebouwd tussen 1977 en 1994 slechts 50,4 kWh per m2 verbruiken. Kantoren gebouwd tussen 1994 en 2015 beslaan een significant deel (ongeveer 40 procent) van het kantoorareaal van de overheid.
Voor kantoren in de overige dienstensector geldt dat voor de meeste oppervlakteklassen het gemiddelde elektriciteitsverbruik per m2 hoger is voor recent gebouwde kantoren dan voor kantoren gebouwd in andere bouwperioden.
Helft elektriciteitsgebruik ‘gebouwgebonden’
In tegenstelling tot gas is slechts de helft van het elektriciteitsgebruik gebouwgebonden (verlichting, ventilatie, koeling). ECN verklaart het hogere elektriciteitsverbruik in kantoren van recentere bouwjaren doordat in de laatste jaren mechanische ventilatie in combinatie met warmteterugwinning en het gebruik van ICT-toepassingen is toegenomen.