Zeven op honderd werkenden voor meer uren beschikbaar
Van de 8,3 miljoen mensen van 15 tot 75 jaar met betaald werk wilden er in 2015 ruim één miljoen meer uren werken. 585 duizend daarvan waren hiervoor ook op korte termijn beschikbaar. 583 duizend mensen wilden juist minder werken. Dat meldt CBS.
Van de mensen die in 2014 meer uren wilden hadden vier op de tien dit een jaar later gerealiseerd, oftewel 244 duizend. Degenen die minder uren wilden hadden iets minder succes: ruim drie op de tien (208 duizend).
De 585 duizend mensen die in 2015 meer uren wilden werken zijn in drie groepen onder te verdelen: 264 duizend werknemers met een flexibele arbeidsrelatie, 218 duizend met een vaste arbeidsrelatie en 103 duizend zelfstandigen. Het aantal mensen dat meer uren wil werken en daarvoor beschikbaar is, oftewel het onbenut arbeidsaanbod onder mensen met betaald werk, is al twee jaar op rij stabiel. Het percentage flexwerkers in die groep is wel licht toegenomen van 43 procent in 2013 tot 45 procent in 2015.
21 Duizend voltijders willen meer werken
Bijna de helft (47 procent) van de werknemers die meer uren willen werken is middelbaaropgeleid. Zelfstandigen die meer uren willen werken zijn het vaakst (51 procent) hoogopgeleid. In alle groepen gaat het vooral om mensen die werkzaam zijn in een deeltijdbaan van 12 tot 35 uur per week. Vooral vrouwen werken in zo een baan. Van de mensen die meer willen werken, werkt 4 procent voltijd. Dit komt neer op 21 duizend voltijders die aangeven meer uren te willen werken en daarvoor ook beschikbaar zijn.
Meer werken: vooral flex
Van de mensen die in 2014 aangaven meer uren te willen werken zijn er een jaar later vier op de tien (244 duizend) daadwerkelijk meer uren aan het werk. Daarvan is ruim de helft (52 procent) werknemer met een flexibel dienstverband. De andere helft bestaat uit vaste werknemers en zelfstandigen (beiden 24 procent).
Van de mensen die in 2014 aangaven minder uren te willen werken zijn er in 2015 één op de drie (208 duizend) daadwerkelijk minder uren aan het werk. Hiervan had 55 procent (114 duizend) een vaste en 26 procent (54 duizend) een flexibele baan als werknemer.