Ruim 1,1 miljoen Nederlanders is beschikbaar of zoekt werk
In 2015 telde Nederland ruim 1,1 miljoen mensen die geen betaald werk hebben, maar wel beschikbaar zijn voor werk of hiernaar hebben gezocht. Hiervan worden 614 duizend mensen tot de werklozen gerekend. Werklozen zijn gedefinieerd als mensen die recent gezocht hebben naar werk en hiervoor op korte termijn beschikbaar zijn. Dat meldt CBS.
De groep van 1,1 miljoen wordt het onbenut arbeidsaanbod zonder werk genoemd. Hieronder vallen 614 duizend werklozen. Het overige deel (503 duizend) was alleen beschikbaar of had alleen gezocht naar werk. Het onbenut arbeidsaanbod is vergeleken met 2008 met 457 duizend personen toegenomen. Vooral het aantal werklozen is fors gestegen. Dit aantal neemt ook weer af zodra de omstandigheden op de arbeidsmarkt gunstiger zijn, zoals in 2015. Het overig onbenut arbeidsaanbod is in 2015 nog niet afgenomen. Integendeel: het aantal mensen dat niet heeft gezocht omdat ze weinig resultaat verwachten is toegenomen met 37 duizend personen.
Kenmerken
Vrouwen zijn oververtegenwoordigd in het onbenut arbeidsaanbod van mensen zonder werk. Dit geldt vooral voor de groep die niet beschikbaar is of niet heeft gezocht naar werk. Hetzelfde geldt voor de laagopgeleiden. Een groot deel van hen is wel beschikbaar, maar ze hebben niet naar werk gezocht omdat ze bijvoorbeeld ontmoedigd zijn.
Wisselingen onbenut arbeidsaanbod en werk
Van het onbenut arbeidsaanbod hebben met name werklozen een jaar later werk. Dit hangt samen met het feit dat ze naar werk zoeken en op korte termijn beschikbaar zijn. In 2014 was het onbenut arbeidsaanbod van mensen zonder werk 1,17 miljoen. 255 duizend werklozen vonden een betaalde baan, terwijl in dezelfde periode 200 duizend werkenden werkloos werden. Deze stromen samen zorgden voor een toename van het aantal mensen met werk van 55 duizend.
Het overige onbenut arbeidsaanbod droeg minder bij aan de toename van het aantal werkenden. Van degenen die niet beschikbaar waren of niet zochten naar werk vonden er 114 duizend een baan, terwijl 106 duizend de omgekeerde weg volgden.