Armoede
Een huishouden beschikt over onvoldoende middelen om een bepaald minimaal consumptieniveau te kunnen bereiken.
Voor de afbakening van armoede gebruikt het CBS de lage-inkomensgrens. Naast het inkomen worden aanvullende indicatoren gebruikt om de kans op armoede te beschrijven. Het betreft de verblijfsduur onder de inkomensgrens, de vermogenspositie, de omvang van de vaste lasten en het oordeel over de eigen financiële positie.
De lage-inkomensgrens betreft een vast bedrag dat voor alle jaren en alle typen huishoudens een gelijke koopkracht vertegenwoordigt. De hoogte ervan is geënt op de bijstandsuitkering van een alleenstaande in 1979, toen deze op een hoog niveau lag. In prijzen van 2014 gaat het om een bedrag van 12 250 euro.