Het geboortecijfer daalt weer
In de eerste negen maanden van 2015 zijn er minder kinderen geboren dan in dezelfde periode vorig jaar. Na een kortstondige opleving in 2014 daalt het geboortecijfer daarmee opnieuw. Dat meldt CBS.
Stijging in 2014 van korte duur
In 2015 zal het aantal geboorten mogelijk opnieuw dalen. Dat valt te concluderen uit de cijfers tot en met september. Als er in het laatste kwartaal van 2015 net zoveel kinderen worden geboren als gemiddeld in het vierde kwartaal van 2012-2014, dan zullen er dit jaar ongeveer 170 duizend kinderen worden geboren. Dat zijn er dan 5 duizend minder dan in 2014. Toen nam het aantal geboorten voor het eerst sinds de economische crisis toe. Deze opleving blijkt echter van korte duur. Mogelijk duikt het aantal kinderen in 2015 zelfs onder de 170 duizend, het naoorlogse laagterecord van 1983.
Geschat wordt dat het vruchtbaarheidscijfer (het gemiddelde aantal kinderen per vrouw) daalt van 1,71 in 2014 naar 1,66 in 2015.
Geen daling bij vrouwen boven de 35
Uit de geboortecijfers van de eerste negen maanden van 2015 blijkt dat vooral het aantal geboorten bij vrouwen van 25 tot 30 jaar lager is dan in dezelfde periode een jaar eerder. Maar ook 20- tot 25-jarige en 30- tot 35-jarige vrouwen kregen minder kinderen. Bij vrouwen boven de 35 is het aantal geboorten nagenoeg gelijk gebleven. In de leeftijdsgroep tussen 35 en 40 nam het zelfs licht toe. De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen kinderen krijgen komt in 2015 nu uit op 31,2 jaar. In 2014 was dat nog 31,1 jaar.
Vooral twintigers stellen het krijgen van kinderen uit
Ook over een langere periode is er sprake van uitstel van het moederschap. Vooral jonge twintigers krijgen nu later kinderen dan tien jaar geleden. Zo daalde het aantal geboorten per duizend twintigjarigen van 20 naar 12. Ook vrouwen van eind dertig tot begin veertig stellen nog wat verder uit. Het uitstel van het moederschap was het sterkst onder vrouwen van niet-westerse herkomst, met name onder vrouwen van Turkse en Marokkaanse herkomst. Dat komt enerzijds doordat vrouwen van de eerste generatie nu later kinderen krijgen, anderzijds doordat er relatief meer tweedegeneratievrouwen zijn. Zij worden beduidend later moeder dan vrouwen van de eerste generatie.