Graaddagen tel je als het etmaalgemiddelde van de buitentemperatuur dusdanig laag is dat er gestookt gaat worden. In de berekening is deze stookgrens vastgesteld op 18 graden Celsius. Is de temperatuur 10 graden, dan worden er 18–10=8 graaddagen geteld. Vriest het 4 graden, dan worden er 18–(–4)=22 graaddagen geteld. Is het buiten 20 graden, dan hoeft er niet gestookt te worden en worden er geen graaddagen geteld. Het aantal graaddagen in de tekst is het jaartotaal van het aantal graaddagen.
Terug naar artikel