Aandeel invoer in consumptie al twintig jaar constant
Groeiend belang diensten drukt invoer
Voor diensten die consumenten afnemen wordt in de regel veel minder ingevoerd dan voor goederen. Het is nou eenmaal eenvoudiger om computers uit het buitenland te importeren dan bijvoorbeeld een knipbeurt van een kapper. Het aandeel van de diensten in de totale consumptie is in de voorbij twintig jaar toegenomen van 48 naar 56 procent. Deze ontwikkeling heeft het relatieve belang van de invoer voor de totale consumptie gedrukt.
Hier tegenover staat dat het belang van de invoer voor de goederenconsumptie de afgelopen twintig jaar wel degelijk is toegenomen. Waar halverwege de jaren negentig van elke euro goederenconsumptie nog voor 33 cent werd ingevoerd, is dit inmiddels toegenomen tot 38 cent. Het invoerbelang van de totale consumptie is dus vooral gelijk gebleven omdat de verhouding tussen goederen- en dienstenconsumptie is verschoven. Daarnaast zitten op buitenlandse goederen die consumenten hier in de winkel kopen ook handels- en vervoersmarges die geheel of gedeeltelijk ten goede komen aan Nederlandse ondernemers.
Aandeel invoer in voeding en dranken neemt toe
In geld uitgedrukt consumeren we relatief steeds meer buitenlandse voedingsmiddelen. Dit hangt onder meer samen met het feit dat de voedselprijzen op de wereldmarkt sterker zijn gestegen dan de prijzen van in Nederland geproduceerde voedingsmiddelen. In geld uitgedrukt komt ook de drank die wij consumeren voor een steeds groter deel uit het buitenland.
Opvallend is dat het invoeraandeel in de consumptie van elektrische apparaten de laatste twintig jaar juist is afgenomen. Het gaat hierbij om goederen als koelkasten, ovens en magnetrons. Wat hier een rol speelt is dat de invoerprijs van deze goederen ten opzichte van de handelsmarges is afgenomen.