Koeien vaker in de wei leidt tot lagere ammoniakuitstoot
Twintig jaar geleden was het permanent op stal houden van het melkvee nog uitzonderlijk. Nu staat 30 procent van de koeien het hele jaar op stal. Het op stal houden van de koe leidt tot een hogere ammoniakuitstoot. Dit maakt het CBS vandaag bekend.
Per koe 8 kg ammoniak meer
Bij vermenging van mest in de stal zorgen chemische processen voor een hoge ammoniakuitstoot. In de wei treedt die vermenging niet op. Bij het uitrijden van de mest uit de stal komt opnieuw ammoniak vrij. Het gebruik van een ligboxenstal zonder beweiding levert daardoor ruwweg 8 kg ammoniak per melkkoe meer dan wanneer de koeien ’s winters op stal staan en in de zomer dag en nacht worden geweid.
Voor de vorming van lachgas uit mest is zuurstof nodig, maar in de mestkelder onder de stal is nauwelijks zuurstof aanwezig. De emissie in de stal is daardoor lager dan in de wei. Bij methaan is het precies omgekeerd. Lachgas en methaan zijn broeikasgassen met een sterk opwarmend effect.
Meer ammoniak als opstallen doorgaat
In 2013 bedroeg de ammoniakuitstoot uit de landbouw 120 miljoen kg. Als de koeien in 2013 hetzelfde aantal weide-uren hadden gehad als in de jaren negentig zou de ammoniakuitstoot 3,7 miljoen kg (3 procent) lager uitgevallen zijn. Als de weidegang toeneemt tot 80 procent, zoals onlangs als beleidsvoornemen is geformuleerd, zou de ammoniakemissie met 0,5 miljoen kg verminderen ten opzichte van 2013. Als het opstallen doorgaat en in 2025 twee derde van de melkkoeien het hele jaar op stal staat, neemt de ammoniakemissie vergeleken met 2013 met 2,6 miljoen kg toe.
Als meer koeien de wei ingaan stijgt de uitstoot van het broeikasgas lachgas, de uitstoot van methaan uit de mest daarentegen daalt. Uitgedrukt in CO2-equivalenten is het effect nagenoeg nihil.
Bron: Trends in beweiden en opstallen van melkkoeien en het effect op emissies naar lucht