Significante samenhang eurodaling en exportgroei
Uit CBS-onderzoek over de periode 1978-2014 is gebleken dat een 10 procent daling van de euro ten opzichte van de dollar gemiddeld gepaard ging met een groei van het Nederlandse exportvolume met 1,9 procent. Voor de periode 2008-2014 was dat gemiddeld 2,8 procent. De resultaten zijn statistisch significant (op vijf procent niveau), maar gelden in principe alleen voor de genoemde onderzoeksperioden. Dit maakt het CBS vandaag bekend.
Theorie: goedkopere euro stimuleert export
In het empirische onderzoek is niet specifiek getest voor causaliteit (dat een goedkopere euro voor een groeiend exportvolume zorgt en niet bijvoorbeeld omgekeerd). Er zijn vanuit de theorie wel sterke aanwijzingen voor een causaal verband. Nederlandse producten worden bij een lagere euro namelijk goedkoper voor dollarlanden en voor landen die hun munt hebben gekoppeld aan de dollar. Daarnaast wordt ook buiten dollarlanden betaald met dollars en maakt een goedkopere euro Nederlandse producten wereldwijd concurrerender ten opzichte van bijvoorbeeld Amerikaanse producten. Bovendien profiteert Nederland indirect van een groeiende export van bijvoorbeeld Duitsland naar China.
Aandeel dollargerelateerde landen in de export stijgt licht
Met een goedkopere euro worden Nederlandse producten in principe aantrekkelijker voor de VS en andere dollarlanden, maar ook voor landen die hun munt op de een of andere manier hebben gekoppeld aan de Amerikaanse dollar. Het gaat op dit moment om 71 vaak kleinere (ei)landen, maar ook enkele grote landen. De belangrijkste dollargerelateerde exportbestemmingen zijn VS, China, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten en Hong Kong. Het belang van deze landen in de totale Nederlandse export is sinds 2008 licht gestegen van 8,4 procent tot 10 procent in 2014. Deze groei heeft onder andere te maken met een sterk toenemende export naar China.
Importeurs betalen Nederland regelmatig in dollars
Ook vanuit landen zonder dollar of koppeling met de dollar kan in dollars voor Nederlandse goederen betaald worden. Aan de andere kant kunnen dollargerelateerde landen ook met een andere munt dan de dollar afrekenen. Uiteindelijk bepalen importeur en exporteur in welke munt betaald wordt.
In 2014 werd 36 procent van de Nederlandse export naar landen buiten de EU in dollars afgerekend. Veronderstellend dat landen binnen de EU nauwelijks met de dollar afrekenen komt deze 36 procent neer op ongeveer 10 procent van de totale Nederlandse export. Dit is in lijn met het bovenstaande aandeel van de dollargerelateerde landen in de totale export.
De Nederlandse export wordt buiten de EU het meest in euro’s afgerekend, gevolgd door dollars, en relatief weinig in overige munten (zoals Zwitserse franks, Japanse yens en Noorse kronen).
Gerelateerde artikelen:
- Onderzoek naar effect euro, 2009
- Actualisatie onderzoek naar effect euro, 2015
- Factsheet ‘economische relaties met de EU’
Bron: StatLine, Internationale handel; in- en uitvoer
Downloads
- PDF - 200928x10pub