Helft van de bevolking doet vrijwilligerswerk, mannen en vrouwen vrijwel even vaak
De helft van de bevolking van 15 jaar en ouder heeft zich in 2012/2013 minstens één keer per jaar als vrijwilliger ingezet voor een organisatie of vereniging. De meeste vrijwilligers zetten zich in voor sportverenigingen, scholen, levensbeschouwelijke organisaties en in de verzorging en verpleging. Vakbonden en organisaties op het gebied van wonen en woonsubsidies, politieke partijen en sociale hulpverlening hebben de minste vrijwilligers. Gemiddeld besteden vrijwilligers 4 uur per week aan vrijwilligerswerk, maar de meeste vrijwilligers doen hun vrijwilligerswerk in minder dan één uur per week. Dit maakt het CBS vandaag bekend.
Vrouwelijke vrijwilligers vaak actief op school, mannelijke in sportclubs
Bevolkingsgroepen verschillen in het doen van vrijwilligerswerk. In het algemeen hebben vrijwilligers een hoger opleidingsniveau, een kerkelijke achtergrond, zijn ze autochtoon en van middelbare leeftijd. Ook zijn mannen met 51 procent net iets vaker actief als vrijwilliger dan vrouwen (49 procent). Mannelijke vrijwilligers doen gemiddeld ruim 4 uur per week vrijwilligerswerk, vrouwelijke iets minder. Overigens besteden mannen gemiddeld twee keer zoveel tijd aan betaald werk (ruim 32 uur) als vrouwen, terwijl vrouwen twee keer zoveel tijd in zorgtaken stoppen (25 uur).
De organisaties waarvoor mannen en vrouwen vrijwilligerswerk doen lopen veel meer uiteen. Zo zijn vrouwen twee keer zo vaak als mannen actief voor een school en in de verzorging. Mannelijke vrijwilligers zijn daarentegen actiever op het gebied van sport, jeugdwerk, hobby- of gezelligheidsvereniging, vakbond, politiek en wijk/buurt. Mannen doen ook vaker bestuurlijk vrijwilligerswerk dan vrouwen.
Bronnen: