Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© Hollandse Hoogte

Het aantal mensen met een baan is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 6 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren hadden vaker werk. De beroepsbevolking bleef in die periode vrijwel gelijk. Het aantal werklozen liep daardoor in de afgelopen periode met gemiddeld 6 duizend per maand terug. Dat meldt het CBS vandaag.

Het aantal WW-uitkeringen kwam vorige maand uit op 443 duizend, 12 duizend minder dan in februari, blijkt uit cijfers van UWV.

Totale en werkzame beroepsbevolking (seizoensgecorrigeerd)

Twee derde van de bevolking heeft betaald werk

Van de 12,7 miljoen mensen tussen de 15 en 75 jaar hadden er in maart 8,3 miljoen een betaalde baan. Dat betekent dat 65,3 procent van de bevolking daadwerkelijk betaald werk heeft. Drie maanden eerder was deze arbeidsparticipatie 65,2 procent.

Afgelopen maand waren in totaal 626 duizend mensen werkloos. Zij waren beschikbaar voor en op zoek naar een baan, maar konden er geen vinden. Het percentage werklozen kwam daarmee op 7,0 procent van de beroepsbevolking tegen 7,2 procent drie maanden eerder. De overige 3,8 miljoen mensen tussen 15 en 75 hadden geen baan en waren daar ook niet naar op zoek. Dit is de zogeheten niet-beroepsbevolking.

Positie in de werkkring naar leeftijd (2014)

Meer jongeren aan de slag

Jongeren zijn weer vaker aan het werk. In de eerste drie maanden van dit jaar groeide het aantal mensen tussen de 15 en 25 jaar met een baan gemiddeld met 10 duizend per maand. Bovendien zijn meer jongeren per week twaalf uur of langer aan het werk. Het werkloosheidspercentage onder jongeren daalde in de afgelopen drie maanden van 11,8 naar 10,8 procent. Ook is het aantal WW-uitkeringen gedaald, met name onder deze groep 15- tot 25-jarigen, meldt het UWV.

Sinds medio vorig jaar trekt het aantal werkenden tussen de 15 en 25 jaar aan. In vergelijking met een jaar eerder steeg het aantal werkende jongeren met 63 duizend, naar 1,25 miljoen. Aanvankelijk vonden jongeren vooral banen van minder dan twaalf uur per week, maar de laatste maanden maakt deze groep steeds vaker langere werkweken. Sinds december is het aantal jongeren dat minstens 12 uur per week werkt met gemiddeld 4 duizend per maand toegenomen.
Bijna twee op de drie werkende jongeren heeft een flexibel dienstverband (zie tweede grafiek). Dat is veel vaker dan 25-plussers. Bijna drie op de tien jongeren hebben vast werk en een vast aantal uren, tegen bijna zeven op de tien 25- tot 75-jarigen die werken.

Stijging werkende 45-plussers minder hard

Bij 45-plussers steeg het aantal werkenden ook, maar minder hard dan bij jongeren. In de eerste maanden van 2015 nam het aantal werkende 45-plussers toe met gemiddeld bijna 2 duizend per maand. Waar het aantal mensen tussen 45 en 75 jaar al jaren toeneemt, slinkt de groep 25- tot 45-jarigen. Vergrijzing speelt hierin een belangrijke rol. Die verschuiving vertaalt zich in het aantal werkenden per leeftijdsgroep.

Beroepsbevolking naar leeftijd (gemiddelde maandmutatie over drie maanden)

Flinke daling WW-uitkeringen, vooral onder jongeren

Het aantal WW-uitkeringen nam in maart 2015 af tot 443 duizend, een daling van 12 duizend ten opzichte van februari. Vooral onder jongeren tot 25 jaar daalde het aantal uitkeringen. Maar ook bij 50-plussers was een daling zichtbaar. Voor die groep was dat de eerste afname in een half jaar. De daling van het aantal WW-uitkeringen komt voor een belangrijk deel door uitzendbedrijven en seizoensgevoelige sectoren als de bouwnijverheid en de landbouw.

Werkloze beroepsbevolking (seizoensgecorrigeerd) en WW-uitkeringen

Op jaarbasis nog altijd meer uitkeringen aan 50-plussers

Vergeleken met maart 2014 is het aantal WW-uitkeringen nu bijna 11 duizend lager, een daling van 2,4 procent. Het aantal mannen met een WW-uitkering daalde fors ten opzichte van een jaar eerder, terwijl vrouwen iets vaker een uitkering kregen. In sectoren en beroepen waar mannen sterk vertegenwoordigd zijn, nam het aantal uitkeringen flink af. In de bouwnijverheid zakte dit aantal met 23 procent en bij technische beroepen en industrieberoepen met 10 procent.
In sectoren en beroepsgroepen waar veel vrouwen werken was juist een toename zichtbaar. Voorbeelden zijn de sector zorg en welzijn (+13 procent), (para)medische beroepen (+4 procent) en verzorgende en dienstverlenende beroepen (+3 procent). De ontwikkelingen bij de verschillende leeftijdsgroepen lopen uiteen. Zo is het aantal WW-uitkeringen aan 50-plussers nu 8 procent hoger dan een jaar geleden, terwijl  bij jongeren tot 25 jaar het aantal uitkeringen 15 procent lager is dan in maart 2014.

Redenen om niet te willen of kunnen werken naar leeftijd (2014)

Bronnen:
StatLine: Beroepsbevolking maandcijfers (ILO)
Nieuwsflits arbeidsmarkt (UWV)
Technische toelichting

Methoden en definities Enquête Beroepsbevolking