In de zeventiende en achttiende eeuw komt de tuinbouw in het Westland en de huidige Bollenstreek op gang met vooral de verkoop aan welgestelden in Den Haag en Leiden. Ook op de Brabantse Wal vindt in die tijd de aspergeteelt plaats. Zo is bekend dat een klooster in Huijbergen in 1630 een partij asperges verkoopt. De grootschalige teelt komt pas echt in de negentiende eeuw op gang. In 1880 wordt de Westlandse veiling opgericht waar asperges worden verhandeld. Rond 1920 zijn er zelfs aspergeboeren die kistjes asperges per post thuis laten bezorgen. In de jaren ’30 van de vorige eeuw staat de grootste aspergeveiling nog in Bergen op Zoom. Daarna verschuift het centrum van de aspergeteelt naar Noord-Limburg, waar Grubbenvorst lange tijd de grootste aspergeveiling te vinden is.
Terug naar artikel