Bloemendaal en Wassenaar ook al in 1930 rijkste gemeenten

© Hollandse Hoogte
Op de lijstjes van gemeenten met de hoogste inkomens staan Bloemendaal, Wassenaar, Heemstede, Laren, Blaricum en De Bilt de laatste jaren prominent bovenaan. Maar ook al in 1931.

De gemeentelijke inkomensverhoudingen liggen al jaren vast: zes van de tien rijkste gemeenten in 2011 stonden ook al in 1931 in de rijkste-gemeenten-top-10, in een iets andere volgorde. Bloemendaal en Wassenaar vielen destijds op door relatief zeer hoge inkomens per volwassen inwoner en een relatief (zeer) hoog percentage belastingbetalers. De gemiddelde volwassene verdiende daar veel geld: ruim viermaal zoveel als de gemiddelde volwassene in Nederland. 

Gemiddelde inkomens per gemeente, 1931/'32 

RIV-kaartje-1931

Rijke Amsterdammers

Blijvend is de welstand van de Gooi- en Vechtstreek, dat met vier gemeenten in de top-10 staat en met zes in de top-20. Het Gooi, maar het geldt ook voor Zuid-Kennemerland met Haarlem, Heemstede en Bloemendaal, is van oudsher de plaats waar rijke Amsterdammers en anderen in goeden doen de zomers doorbrachten. Het waren kooplieden van de VOC en de WIC, maar ook de dichter Pieter Czn Hooft, zoon van Cornelis Hooft, een schatrijke graankoopman op de Oostzee, die ook burgemeester was van Amsterdam, en de Amerongse kasteelheer Godert van Reede, ambassadeur van de Republiek in Berlijn en in 1645 een van de dertig rijksten van het land. Zij kochten er grond en bouwden er imposante buitenverblijven. Het Gooi werd het centrum van wat in 1930 de Villabuurt werd genoemd, het gebied dat als een halve ring de Gelderse Vallei, de Utrechtse heuvelrug en de Veluwe omsloot.

Drenthe minste rijken

Noord-Holland en Zuid-Holland waren rond 1930 de rijkste provincies, met de hoogste gemiddelde inkomens. Drenthe was de provincie met het gemiddeld laagste inkomen en het laagste aantal belastingbetalers. Het inkomen per volwassene was er nog niet de helft van het Nederlandse gemiddelde. In de top-100 van rijkste gemeenten komt één Drentse gemeente (Meppel) voor, in de top-200 van minst rijke gemeenten staan twintig gemeenten, 60 procent van alle gemeenten in Drenthe.

Gemiddelde inkomens per provincie, 1931/’32

RIV-grafiek-g1

Rijckholt en Hoevelaken

Een bijzonder lijstje is de top-10 van gemeenten met de hoogste inkomens per belastingbetaler. Dan komen de gemeenten tevoorschijn waar weinig belastingbetalers woonden met evenwel enorme belastingaanslagen. Opnieuw staan Bloemendaal en Wassenaar bovenaan, maar op de plaatsen drie en vier staan Rijckholt en Hoevelaken. Rijckholt, tegenwoordig de gemeente Eijsden-Margraten, en Hoevelaken zijn relatief kleine gemeenten, met 375 inwoners (Rijckholt) en 1 300 inwoners (Hoevelaken) in 1931. In Rijckholt, internationaal bekend vanwege de prehistorische vuursteenmijnen in het nabijgelegen Savelsbos – voorbeeldig gedocumenteerd door de mijnbouwhistoricus Henk Engelen – was die hoge som te danken aan de bewoner van kasteel Rijckholt, Alfred Regout, directeur van de Maastrichtse aardewerkfabriek N.V. De Sphinx v/h Petrus Regout & Co., in 1930 een van de 25 grootste industriële bedrijven in ons land. Hoevelaken dankt zijn hoge plaats in deze top-10 aan de bewoners van Huize Weldam en Huize Hoevelaken. Op het buiten Weldam woonde de oliemagnaat Hendrik Deen. In Huize Hoevelaken had de steenrijke bankier Karel van Aalst op dat moment zijn domicilie. Hij was er in 1926 komen wonen. Hij had het bestaande kasteel gesloopt en een geheel nieuw laten optrekken in achttiende-eeuwse stijl, groot genoeg om zijn verzameling Hollandse en Vlaamse meesters in op te hangen. Zijn huis aan de Herengracht had hij geschonken aan de gemeente Amsterdam. Het is tot op de dag van vandaag de ambtswoning van de burgemeester.

Bron: Top-10 inkomens rijkste gemeenten, 1931 (maatwerk)