Conjunctuurbeeld nauwelijks beter dan vorige maand
Het conjunctuurbeeld volgens de Conjunctuurklok van het CBS is in november een tikje beter dan in oktober. Het economisch herstel blijft echter broos. Vanaf de zomer van 2013 tot het voorjaar van 2014 verbeterde de conjunctuur gestaag, maar sindsdien is het tempo eruit. De verbeteringen overstemmen nipt de verslechteringen in de Conjunctuurklok van november maakt het CBS vandaag bekend.
De Conjunctuurklok van het CBS is een hulpmiddel voor het bepalen van de stand en het verloop van de Nederlandse conjunctuur. In de conjunctuurklok komt vrijwel alle belangrijke economische informatie die het CBS tijdens de afgelopen maand c.q. het afgelopen kwartaal heeft gepubliceerd samen.
Conjunctuurklokindicator (ongewogen gemiddelde van de 15 klokindicatoren)
Consumenten negatiever, producenten positiever
De afgelopen maand is het vertrouwen van de ondernemers in de industrie verder verbeterd. Producenten zijn vooral positiever over de verwachte bedrijvigheid en hun voorraden gereed product. Daarentegen is de stemming van consumenten in november verslechterd. Vooral over de economie zijn consumenten weer negatiever. De koopbereidheid is dit jaar vrijwel stabiel. Het consumentenvertrouwen is sinds oktober 2007 negatief en ligt nu op het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar.
Producenten- en consumentenvertrouwen, seizoengecorrigeerd
Export en investeringen groeien, consumptie huishoudens krimpt
Het volume van de export van goederen was in september ruim 6 procent groter dan in september 2013. Een maand eerder groeide de export maar met ruim 1 procent. De groei van de export is toe te schrijven aan zowel de uitvoer van Nederlandse product als de wederuitvoer. Nederlandse bedrijven exporteerden vooral meer transportmiddelen, machines en apparaten dan een jaar eerder. Alleen de export van aardolieproducten was lager dan een jaar eerder.
Ook de investeringen in vaste activa groeiden. In september was het volume van de investeringen in materiële vaste activa 3,2 procent groter dan in september 2013. Er is vooral meer geïnvesteerd in productiecapaciteit. Bedrijven schaften meer machines, installaties en computers aan. Dit is in lijn met de toegenomen bezettingsgraad en het toegenomen ondernemersvertrouwen.
Consumenten hebben in september 0,6 procent minder besteed aan goederen en diensten dan in september 2013. Deze daling volgt op vier maanden met (lichte) groei. Consumenten besteedden in september vooral minder aan kleding, schoenen, energie en motorbrandstoffen. Aan woninginrichting en elektronica gaven ze echter wel meer uit. Ook hun bestedingen aan voedings- en genotmiddelen en diensten lagen hoger dan een jaar geleden.
Productie industrie krimpt
De gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie was in september 1,2 procent lager dan in september 2013. De daling is vooral te wijten aan de tabaksindustrie waar een aanzienlijk deel van de productie wegviel. Ook de productie van de elektrotechnische en machine-industrie kromp. Daarentegen produceerde de sector aardolie-, chemische, rubber- en kunststofindustrie en de sector basismetaal- en metaalproductenindustrie meer dan in september 2013.
De bezettingsgraad van de machines en installaties in de industrie is in het vierde kwartaal van 2014, na een dipje in het derde kwartaal, weer terug op het niveau van het tweede kwartaal. In het derde kwartaal was de bezettingsgraad voor het eerst in een jaar iets afgenomen.
Iets meer banen, vooral voor uitzendkrachten
Het voorzichtige herstel van de arbeidsmarkt zette in het derde kwartaal van 2014 door. Er was een bescheiden groei van het aantal banen en vacatures. Vooral het aantal banen voor uitzendkrachten nam toe. Daarentegen daalt het aantal banen in de zorg en de bouw nog aanzienlijk.
In oktober is het aantal werklozen vrijwel gelijk gebleven. Het aantal werklozen daalt de laatste maanden minder sterk dan in de periode mei tot en met augustus. Dat komt doordat meer mensen zich aanbieden op de arbeidsmarkt, van wie een deel niet direct een baan vindt.
Het aantal uitgesproken faillissementen van bedrijven en instellingen is na een piek medio 2013 fors afgenomen, maar is nog relatief hoog vergeleken met de jaren voor de crisis.
Het totale aantal uitzenduren is in het derde kwartaal van 2014 verder toegenomen. Dat is vooral toe te schrijven aan meer langlopende uitzendcontracten in de vorm van detachering of payrolling. In het derde kwartaal is echter ook voor het eerst dit jaar het aantal kortdurende contracten toegenomen.
Ontwikkeling van het bruto binnenlands product (seizoengecorrigeerd)
Economische groei nog fragiel
Uit de zogenoemde flashraming van de economische groei van 14 november bleek dat de Nederlandse economie in het derde kwartaal van 2014 met 0,2 procent is gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. Deze lichte groei is vooral te danken aan de investeringen en de export. Bij de kwartaal-op-kwartaalgroei is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
In 2014 zijn er nu twee kwartalen achter elkaar van lichte groei gemeten, volgend op een eerste kwartaal met krimp. Per saldo stond de economie er eind september 2014 wel beter (ruim 0,4 procent) voor dan eind 2013, maar het herstel van de Nederlandse economie is nog fragiel. Ten opzichte van de hoogconjunctuur in de eerste helft van 2008 is de Nederlandse economie nog altijd 2,3 procent kleiner.
Ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder was er in het derde kwartaal een groei van de Nederlandse economie van 1,1 procent. Deze groei is te danken aan meer export, iets hogere investeringen en wat meer consumptie door consumenten. De overheidsconsumptie was nagenoeg gelijk aan die van vorig jaar.
Meer cijfers staan in het dossier Conjunctuur.
Voor meer conjunctuurinformatie zie: conjunctuurbericht.