Werkloosheid daalt verder in september
- Opnieuw meer mensen aan het werk
- In de afgelopen vijf maanden vooral minder mannen werkloos
- Aantal WW-uitkeringen blijft dalen
- Minder WW-uitkeringen bouw en onderwijs
Het aantal werklozen is in september voor de vijfde maand op rij gedaald. Dit maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag bekend. Het aantal werklozen nam af met 4 duizend ten opzichte van augustus, opnieuw waren er meer mensen aan het werk. In september was 8 procent van de beroepsbevolking werkloos.
Uit cijfers van UWV blijkt dat het aantal WW-uitkeringen in september met 11 duizend is afgenomen tot 420 duizend. Alleen onder 55-plussers nam het aantal WW-uitkeringen niet af.
Minder werklozen, meer werkenden
De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid kwam in september uit op 628 duizend personen. Het aantal werklozen is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 10 duizend per maand afgenomen. De werkzame beroepsbevolking, personen die twaalf uur of meer per week werken, is in die periode evenveel gestegen als de werkloze beroepsbevolking is gedaald. De werkzame beroepsbevolking kromp in het eerste kwartaal van dit jaar door baanverlies nog sterk met gemiddeld 18 duizend personen per maand. Sinds april groeit de werkzame beroepsbevolking; er zijn meer mensen aan het werk.
Werkloosheid daalt het snelst bij mannen
In de afgelopen vijf maanden daalde de werkloosheid met bijna 60 duizend personen. Het aantal werklozen daalde onder mannen, met 37 duizend, sterker dan bij vrouwen. Bij mannen nam het aantal werkenden minder hard toe dan de werkloosheid afnam. Dit betekent dat minder mannen actief zijn op de arbeidsmarkt. Bij vrouwen steeg het aantal werkenden juist sneller dan de werkloosheid daalde.
Opnieuw minder WW-uitkeringen
Het aantal lopende WW-uitkeringen nam in september af met 2,4 procent tot 420 duizend. In september vorig jaar bleef het aantal uitkeringen nog vrijwel gelijk aan dat van augustus. In alle leeftijdsklassen, met uitzondering van de 55-plussers, daalde het aantal uitkeringen in september. Vergeleken met een jaar geleden nam het aantal uitkeringen toe met bijna 5 procent. Het aantal uitkeringen aan jongeren tot 25 jaar nam vergeleken met een jaar geleden af met 15,8 procent. Ook in de leeftijdsklasse 25-45 jaar lag het aantal uitkeringen onder het niveau van een jaar geleden. Aan 45-plussers verstrekte UWV juist meer uitkeringen dan vorig jaar.
In september vooral minder WW-uitkeringen bouw en onderwijs
Vanuit vrijwel alle sectoren nam het aantal WW-uitkeringen in september, vergeleken met de maand ervoor, af. De grootste daling deed zich voor in de bouwnijverheid en het onderwijs.
Het aantal uitkeringen vanuit de sectoren openbaar bestuur en zorg en welzijn ligt in september dit jaar met respectievelijk 18,6 procent en 17,8 procent flink boven het niveau van september vorig jaar. Alleen de sectoren bouwnijverheid en onderwijs tellen september dit jaar minder uitkeringen dan vorig jaar.
In 2014 meer uitkeringen beëindigd dan in 2013
UWV verstrekte in de eerste drie kwartalen van dit jaar 445 duizend nieuwe WW-uitkeringen, 1,1 procent minder dan in dezelfde periode in 2013. Dit jaar werden er 463 duizend uitkeringen beëindigd, dar is 18,7 procent meer dan vorig jaar. In 2014 werden er door UWV minder nieuwe uitkeringen verstrekt dan er werden beëindigd. Er werden 228 duizend uitkeringen beëindigd vanwege werkhervatting, 20,3 procent meer dan vorig jaar.
Werkloosheid in Nederland relatief laag
De werkloosheid in Nederland volgens de definitie van de International Labour Organisation (ILO) kwam in september uit op 6,5 procent van de beroepsbevolking. In augustus was dat nog 6,6 procent. Daarmee is de werkloosheid in Nederland internationaal gezien relatief laag. De werkloosheid in de Eurozone bedroeg in augustus namelijk 11,5 procent en in de Europese Unie als geheel 10,1 procent. Met circa 5 procent was de werkloosheid het laagst in Oostenrijk, Duitsland en Malta.
Het belangrijkste verschil tussen de nationale en de internationale definitie van de beroepsbevolking is het aantal uren per week dat iemand werkt of wil werken. Volgens de internationale definitie, die aansluit bij de richtlijnen van de ILO, wordt iedereen geteld die werkt of wil werken, ook scholieren met een bijbaantje. Dat betekent dat de grens op één uur per week ligt. Volgens de nationale definitie omvat de beroepsbevolking personen die een substantieel aantal uren per week betaald werken of dat daadwerkelijk willen. Daarom is de grens bij twaalf uur per week gelegd.
Met ingang van 2015 zal het CBS de hoofdindicator van de werkloosheid baseren op de definitie van de ILO. Meer informatie
De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.