Vertrouwen in instituten en sociaal vertrouwen
De gegevens zijn ontleend aan het onderzoek Sociale samenhang en Welzijn dat het CBS in 2012 en 2013 heeft uitgevoerd. De gegevens zijn gebaseerd op elf vragen over het vertrouwen in de medemens en tien instituten die in 2012 door 7 949 en in 2013 door 7 949 personen zijn beantwoord. De resultaten hebben betrekking op de bevolking van 15 jaar of ouder.
Het sociale vertrouwen is bepaald met de vraag: ‘Vindt u dat over het algemeen de meeste mensen wel te vertrouwen zijn of vindt u dat men niet voorzichtig genoeg kan zijn in de omgang met anderen?’ (ja/nee). Om het institutionele vertrouwen vast te stellen is gevraagd hoeveel vertrouwen mensen hebben in verschillende politieke en maatschappelijke instituties, met vier antwoordmogelijkheden (heel veel vertrouwen; tamelijk veel vertrouwen; niet zo veel vertrouwen; en helemaal geen vertrouwen).