Werkloosheid in juli verder gedaald
- De laatste maanden meer mensen aan het werk
- Beroepsbevolking 100 duizend kleiner dan een jaar geleden
- Aantal WW-uitkeringen stijgt licht
Het aantal werklozen is voor de derde maand op rij gedaald. Dit maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag bekend. De afgelopen maanden zijn er meer mensen aan het werk gegaan. De werkloosheid nam in juli af met 12 duizend personen en kwam uit op 8,2 procent van de beroepsbevolking. Vergeleken met een jaar geleden zijn zowel de werkloze als de werkzame beroepsbevolking met ongeveer 50 duizend personen gekrompen.
Uit cijfers van UWV blijkt dat het aantal WW-uitkeringen in juli licht gestegen is. In juli kwam het aantal op 437 duizend, 6 duizend meer dan in juni.
In de afgelopen maanden meer mensen aan het werk
De voor seizoeninvloeden gecorrigeerde werkloosheid kwam in juli uit op 645 duizend personen. Het aantal werklozen is de afgelopen drie maanden met gemiddeld 14 duizend per maand gedaald. Dit komt voor een groot deel doordat meer mensen aan het werk zijn gegaan. In dezelfde periode is de werkzame beroepsbevolking met gemiddeld 12 duizend personen per maand gegroeid. Het aantal werkenden neemt sinds het tweede kwartaal maandelijks toe. De werkzame beroepsbevolking kromp in het eerste kwartaal nog sterk met gemiddeld 18 duizend personen per maand.
Beroepsbevolking 100 duizend kleiner dan een jaar geleden
Er zijn nu bijna 50 duizend werklozen minder dan een jaar geleden, toen de werkloosheid het hoogste punt bereikte. Ook de werkzame beroepsbevolking is ruim 50 duizend personen kleiner dan een jaar geleden, ondanks de recente toename van het aantal werkenden. Dit betekent dat de totale beroepsbevolking (werkloos plus werkzaam) met ruim 100 duizend personen is gekrompen ten opzichte van juli 2013. Vooral tussen november 2013 en maart 2014 trokken veel mensen zich terug van de arbeidsmarkt.
Meer uitkeringen vanuit het onderwijs
Het aantal WW‐uitkeringen is in juli met 6 duizend gestegen naar 437 duizend. Het aantal WW‐uitkeringen groeide naar verhouding het hardst vanuit het onderwijs. In de horeca en de handel daalde het aantal uitkeringen. Regionaal gezien was de toename het grootst in de provincies Drenthe en Friesland.
Ten opzichte van juli 2013 nam het aantal lopende WW‐uitkeringen met 42 duizend toe, een stijging van 11 procent. Met name vanuit de sectoren zorg & welzijn , transport & opslag en het openbaar bestuur liep het aantal WW‐uitkeringen het afgelopen jaar sterk op.
Werkloosheid in Nederland relatief laag
De werkloosheid in Nederland volgens de definitie van de International Labour Organisation (ILO) kwam in juli uit op 6,7 procent van de beroepsbevolking. In juni was dat nog 6,8 procent. Daarmee is de werkloosheid in Nederland internationaal gezien relatief laag. De werkloosheid in de Eurozone bedroeg in juni namelijk 11,5 procent en in de Europese Unie als geheel 10,2 procent. Met circa 5 procent was de werkloosheid het laagst in Oostenrijk, Duitsland en Malta.
Het belangrijkste verschil tussen de nationale en de internationale definitie van de beroepsbevolking is het aantal uren per week dat iemand werkt of wil werken. Volgens de internationale definitie, die aansluit bij de richtlijnen van de ILO, wordt iedereen geteld die werkt of wil werken, ook scholieren met een bijbaantje. Dat betekent dat de grens op één uur per week ligt. Volgens de nationale definitie omvat de beroepsbevolking personen die een substantieel aantal uren per week betaald werken of dat daadwerkelijk willen. Daarom is de grens bij twaalf uur per week gelegd.
Met ingang van 2015 zal het CBS de hoofdindicator van de werkloosheid baseren op de definitie van de ILO.
De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.