Omzet detailhandel in maart 2,2 procent lager
De detailhandel zette in maart 2,2 procent minder om dan in maart 2013. De verkochte artikelen waren gemiddeld 0,6 procent goedkoper. Het volume van de omzet was 1,5 procent kleiner. De omzet werd negatief beïnvloed door de minder gunstige samenstelling van de koop- en feestdagen. Zo viel Pasen dit jaar later dan in 2013. De meeste inkopen voor Pasen zijn dit jaar in april gedaan. Vorig jaar was dat grotendeels in maart. Dit beïnvloedde vooral de omzet van de winkels in voedings- en genotmiddelen.
Winkels in voedings- en genotmiddelen zetten in maart 4,7 procent minder om dan een jaar eerder. De prijzen van levensmiddelen lagen op hetzelfde niveau als in maart 2013. De omzet van de winkels in de non-foodsector was vrijwel gelijk aan die een jaar eerder (-0,1 procent). De verkochte non-foodartikelen waren gemiddeld 0,7 procent goedkoper. Binnen de non-foodsector liep het beeld sterk uiteen. Terwijl doe-het-zelfzaken en textielsupermarkten fors meer omzetten, leden winkels in huishoudelijke artikelen, winkels in bovenkleding, woninginrichters en drogisterijen omzetverlies.
Tot de detailhandel behoren ook bedrijven die hoofdzakelijk via postorder en/of internet aan consumenten verkopen. Deze bedrijven presteren al geruime tijd beter dan de winkels. In maart was hun omzet 10 procent hoger dan een jaar eerder.
Het overgrote deel van de detailhandelsomzet wordt gegenereerd door ondernemers met een winkel. De winkels in de non-foodsector waren in 2013 goed voor 48 procent van de totale detailhandelsomzet. Het aandeel van winkels in de foodsector kwam uit op 37 procent. Tankstations droegen 9 procent bij en de detailhandel niet-in-winkel zorgde voor de resterende 6 procent.
Omzet detailhandel
Meer cijfers staan op de themapagina Handel en Horeca.
Voor meer conjunctuurinformatie zie: conjunctuurbericht.