De Nederlandse economie staat er beter voor dan een jaar geleden
Eind 2013 verkeerde de Nederlandse economie in een fase van herstel. Dat was eind 2012 anders, toen lag de economie nog diep in de fase van laagconjunctuur. In eerste helft van 2013 werd de economische neergang alleen maar erger met een dieptepunt in april en mei. Daarna is het conjunctuurbeeld gestaag verbeterd. Dit blijkt uit de Conjunctuurklok van het CBS, die een beeld geeft van de stand van de conjunctuur aan de hand van 15 indicatoren.
Conjunctuurklok: Verloop van december 2012 tot en met december 2013
Nog 6 indicatoren in rood
In de loop van 2013 verruilden steeds meer economische indicatoren de fase van laagconjunctuur (rood) voor de fase van herstel (geel). Stonden eind december 2012 nog 13 indicatoren in het rood, eind december 2013 waren dat er nog maar 6. Zo verbeterden het oordeel van industriële ondernemers over de ontvangen orders, het consumentenvertrouwen en het producentenvertrouwen aanzienlijk. Ook is de kapitaalmarktrente (de rente op de jongste tienjarige staatslening) opgelopen. Ten slotte waren de consumptie door huishoudens, het oordeel van consumenten over of het een gunstige tijd is voor grote aankopen, de werkloosheid en de productie van de industrie minder negatief dan eind 2012.
Met de werkgelegenheid daarentegen gaat het slechter. Die stond dieper in het rood. Ook twee andere arbeidsmarktindicatoren, de vacatures en de uitzenduren, stonden nog in het rood, net als de uitvoer, de consumptie door huishoudens en het bruto binnenlands product. De groei van de meeste indicatoren in de klok nam in de tweede helft van 2013 weliswaar toe, maar ligt nog wel onder hun langetermijntrend.
André Mares
Bron: De Conjunctuurklok