De uitgaven die nodig zijn om iemand op te leiden tot een bepaald diploma in het door de overheid bekostigde reguliere onderwijs. Het gaat om de uitgaven van de overheid, bedrijven en huishoudens aan onderwijsinstellingen voor de onderwijskundige diensten, de aanvullende niet-onderwijskundige diensten (vervoerskosten, studentenvoorzieningen e.d.) die de onderwijsinstellingen leveren en de zogenoemde apparaatskosten, exclusief uitgaven voor research and development (R&D). De studiefinanciering blijft dus buiten beschouwing
Terug naar artikel