Economie krimpt
De economie kromp in het tweede kwartaal van 2013 met 0,1 procent ten opzichte van het eerste kwartaal van 2013. De kwartaal-op-kwartaalgroei is al vier kwartalen op rij negatief. De omvang van de krimp wordt wel kleiner. Bij het berekenen van de kwartaal-op-kwartaalontwikkeling is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
Bruto binnenlands product, gecorrigeerd voor werkdag- en seizoeneffecten
Vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder kromp de economie in het tweede kwartaal met 1,7 procent. Het aantal werkdagen was dit en vorig jaar in het tweede kwartaal hetzelfde.
Er werd in het tweede kwartaal veel minder geïnvesteerd in vaste activa dan een jaar eerder (8,8 procent). De huishoudens besteedden 2,3 procent minder aan goederen en diensten. De overheidsconsumptie kromp met 0,7 procent. Het volume van de uitvoer van goederen en diensten was 1,1 procent groter dan een jaar eerder. Het invoer volume was daarentegen 0,2 procent kleiner dan in het tweede kwartaal van 2012.
De goederenproducenten produceerden 1,4 procent minder. Met 5,6 procent kromp de productie van de bouwnijverheid het meest. De industriële productie lag 1,7 procent onder het niveau van het tweede kwartaal van 2012. De productie van de delfstoffenwinning was, mede onder invloed van het relatief koude weer, 6,8 procent hoger. In de dienstverlening kwam de productie van de commerciële dienstverleners 2,0 procent lager uit. De productie van de niet-commerciële dienstverleners was 0,5 procent hoger dan een jaar eerder.
Middelen en bestedingen (volume)
Meer cijfers staan op de themapagina Macro-economie.
Voor meer conjunctuurinformatie zie: conjunctuurbericht.