Economie krimpt licht
De economie kromp in het eerste kwartaal van 2013 met 0,1 procent ten opzichte van het vierde kwartaal van 2012. De kwartaal-op-kwartaalgroei is al drie kwartalen op rij negatief. De omvang van de krimp wordt wel kleiner. Bij het berekenen van de kwartaal-op-kwartaalontwikkeling is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
Bruto binnenlands product, gecorrigeerd voor werkdag- en seizoeneffecten
Vergeleken met dezelfde periode een jaar eerder kromp de economie in het eerste kwartaal met 1,7 procent. Het eerste kwartaal telde in 2013 wel twee werkdagen minder dan in 2012.
Er werd in het eerste kwartaal veel minder geïnvesteerd in vaste activa dan een jaar eerder (-11,6 procent). De huishoudens besteedden 2,1 procent minder aan goederen en diensten. De overheidsconsumptie kromp met 0,9 procent. De invoer van goederen en diensten was in het eerste kwartaal iets hoger dan in het eerste kwartaal van 2012 (0,2 procent). Het exportvolume was 2,3 procent groter.
De goederenproducenten produceerden 0,8 procent minder. Met 11,6 procent kromp de productie van de bouwnijverheid het meest. De industriële productie lag 4,5 procent onder het niveau van het eerste kwartaal van 2012. De productie van de delfstoffenwinning was, mede onder invloed van het relatief koude weer, 15,5 procent hoger. In de dienstverlening kwam de productie van de commerciële dienstverleners 2,5 procent lager uit. De productie van de niet-commerciële dienstverleners lag op hetzelfde niveau als een jaar eerder.
Middelen en bestedingen (volume)
Meer cijfers staan op de themapagina Macro-economie.
Voor meer conjunctuurinformatie zie: conjunctuurbericht.