Meer kinderen groeien op met kans op armoede
Het aantal minderjarige kinderen dat een risico op armoede heeft is toegenomen in 2011. In Zuid-Holland en Groningen groeien kinderen vaker op in armoede dan in andere provincies. Bij meer dan de helft is er onvoldoende geld in het gezin om op vakantie te gaan.
Ruim een op de tien minderjarige kinderen risico op armoede
In 2011 groeiden 371 duizend minderjarige kinderen op in een huishouden met kans op armoede. Dat is ruim 55 duizend meer dan in 2010. Het aandeel minderjarige kinderen dat opgroeit in armoede is 11 procent in 2011, bijna 2 procentpunt meer dan een jaar eerder. De stijging deed zich vooral voor onder kinderen die jonger zijn dan 12 jaar.
Minderjarige kinderen met risico op armoede
Armoederisico bij kinderen bovengemiddeld
Van de totale bevolking kampte 7,8 procent met een laag inkomen. Het percentage bij kinderen (11 procent) is beduidend hoger, onder meer doordat eenoudergezinnen sterk zijn oververtegenwoordigd in de groep met risico op armoede. In een eenoudergezin is maar één kostwinner en vooral alleenstaande moeders zijn vaak afhankelijk van de bijstand.
Kinderen van niet-westers allochtone herkomst lopen eveneens een betrekkelijk hoog risico op armoede, doordat niet-westerse gezinnen vaak van een uitkering afhankelijk zijn.
Armoederisico het grootst in Zuid-Holland
De provincies Zuid-Holland en Groningen telden in 2011 met bijna 14 procent het hoogste aandeel minderjarige kinderen met een risico op armoede. Ook in Noord-Holland en Limburg was het aandeel kinderen dat opgroeit in een gezin met een laag inkomen met bijna 12 procent bovengemiddeld hoog. In een aantal grote gemeenten in deze provincies wonen naar verhouding veel mensen met een laag inkomen, zoals uitkeringsgerechtigden.
In Drenthe was het armoederisico voor minderjarige kinderen het laagst (ruim 8 procent), en ook in Utrecht en Gelderland liep minder dan 1 op de 10 kinderen risico op armoede.
Minderjarige kinderen met risico op armoede naar provincie, 2011*
Drie op de vijf kinderen met armoederisico kunnen niet op vakantie
Minderjarige kinderen die opgroeien in armoede hebben vaak te maken met financiële beperkingen. Bij ruim 60 procent van deze kinderen is onvoldoende geld in het gezin om jaarlijks op vakantie te gaan en regelmatig nieuwe kleren zit er voor 40 procent van hen niet in. Ook een warme maaltijd met vlees, kip of vis en een deugdelijk verwarmd huis is voor kinderen die met armoede worden bedreigd veel minder vanzelfsprekend dan voor kinderen zonder armoederisico.
Financiële beperkingen bij minderjarige kinderen, 2011
Marion van den Brakel en Linda Moonen
Bron:
Downloads
- Tabel - 3805t