Cao-loonstijging in derde kwartaal toegenomen
In het derde kwartaal van 2012 zijn de cao-lonen met 1,7 procent gestegen. Hiermee is de cao-loonstijging op het hoogste punt sinds eind 2009 uitgekomen. De loonstijging ligt nog wel onder de inflatie, die op 2,3 procent uitkwam. De contractuele loonkosten waren in het derde kwartaal 2,3 procent hoger.
Ontwikkeling cao-lonen en contractuele loonkosten
Lonen het meest gestegen bij industrie en bouw
De cao-lonen zijn in de bedrijfstakken industrie en bouw met respectievelijk 2,3 en 2,1 procent het meest toegenomen. Dit komt vooral door loonsverhogingen in de cao’s van de metaal en de bouw.
In de horeca zijn de lonen met 0,3 procent het minst gestegen. De loonsverhoging in de nieuwe horeca-cao gaat in het vierde kwartaal van 2012 in en komt daarmee een kwartaal later dan de loonsverhoging in de cao van vorig jaar. Deze lage loonstijging in de horeca zal zich daarom alleen in het derde kwartaal voordoen.
Cao-loonstijging naar bedrijfstak
Contractuele loonkosten 2,3 procent hoger
De contractuele loonkosten zijn in het derde kwartaal van 2012 met 2,3 procent toegenomen. Dit komt naast de cao-loonstijging door de verhoging van de premies. De werkgeverspremie voor de werkloosheidswet is in 2012 gestegen van 4,20 naar 4,55 procent. Daarnaast waren er veranderingen in de werkgeversbijdrage in de ziektekosten. Bij de cao-sector overheid lag de contractuele loonkostenstijging met 3,0 procent relatief hoog, vooral vanwege de gestegen premies voor het ABP pensioenfonds.
Ontwikkeling cao-lonen en contractuele loonkosten
Aandeel afgesloten cao’s verschillend per sector
Aan het eind van het derde kwartaal was voor driekwart van de cao’s de ontwikkeling voor het lopende jaar bekend. Op basis hiervan komt voor heel 2012 de gemiddelde cao-loonstijging uit op 1,6 procent. Bij de overheid zijn pas voor de helft van de cao’s de loonontwikkelingen bekend. Hiertoe behoren onder andere de cao’s van defensie, politie en het gemeentepersoneel. Voor de gesubsidieerde sector en de particuliere bedrijven geldt dat voor respectievelijk 90 en 79 procent van de cao’s.
Monique Hartog
Bron: StatLine, Cao-lonen, contractuele loonkosten en arbeidsduur; indexcijfers (2000=100)