Economie krimpt met 0,7 procent
In het vierde kwartaal van 2011 kromp de Nederlandse economie met 0,7 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. In het derde kwartaal was er nog sprake van een groei van 1,1 procent. De krimp van de consumptie was groter dan in het derde kwartaal en de groei van de uitvoer en de investeringen kleiner.
Ten opzichte van het voorgaande kwartaal kromp de economie in het vierde kwartaal ook met 0,7 procent. Het was de tweede kwartaal-op-kwartaalkrimp op rij. Daarmee zit de Nederlandse economie in een recessie.
De consumptie door huishoudens was 1,8 procent lager dan in het vierde kwartaal van 2010. Aan goederen werd 3,8 procent minder besteed, aan diensten werd evenveel uitgegeven. Door het relatief zachte weer werd er veel minder aardgas verstookt. Dit drukte de consumptie fors, maar ook aan andere producten dan aardgas werd minder gespendeerd. De overheidsconsumptie was 0,2 procent lager dan een jaar eerder.
De uitvoer van goederen en diensten groeide met 0,4 procent en de invoer met 0,6 procent. Daarmee was zowel de toename van de uitvoer als die van de invoer een stuk kleiner dan in het derde kwartaal. In het vierde kwartaal was de uitvoer van goederen van eigen bodem 2,3 procent lager dan een jaar eerder. De uitvoer van diensten en de wederuitvoer waren daarentegen hoger.
De investeringen waren 2,9 procent hoger dan in het vierde kwartaal van 2010. De groei was daarmee kleiner dan in het derde kwartaal (5,0 procent). Vooral in personenauto’s en vrachtwagens werd in het vierde kwartaal meer geïnvesteerd dan een jaar eerder.
De goederenproducenten leverden 3,0 procent minder productie dan in het vierde kwartaal van 2010. Met 15 procent was de productiekrimp verreweg het grootst in de delfstoffenwinning. De industriële productie kromp met 0,8 procent. De bouwproductie groeide wel, maar met 0,8 procent was de groei wel bescheiden.
Middelen en bestedingen (volume)
Meer cijfers staan op de themapagina Macro-economie.