Mannen en voltijders werken de meeste uren over

Ruim één op de drie werknemers werkt regelmatig over. Het aandeel mannen en voltijders dat  regelmatig overwerkt is groter dan dat van vrouwen en deeltijders. Mannen en voltijders werken ook de meeste uren over. In de informatie- en communicatiesector zijn de meeste overwerkers te vinden, in de bouw de minste.

Mannen werken vaker over dan vrouwen

In 2010 gaf 37 procent van de werknemers aan regelmatig over te werken. Dit zijn 2,3 miljoen personen. Van de mannen zegt 41 procent regelmatig over te werken, bij de vrouwen is dat 32 procent. Het verschil heeft onder andere te maken met het feit dat vrouwen vaker in deeltijd werken. Van de deeltijders werkt 29 procent regelmatig over, terwijl dat onder voltijders 43 procent is.

Het aandeel overwerkers verschilt per bedrijfstak. In de informatie- en communicatiesector werkt ruim 43 procent van de werknemers over. Dat is in de bouw bijna 30 procent.

Regelmatig overwerken naar geslacht, arbeidsduur en bedrijfstak, werknemers, 2010

Regelmatig overwerken naar geslacht, arbeidsduur en bedrijfstak, werknemers, 2010

Mannen en voltijders maken de meeste uren

Werknemers die regelmatig overwerken werken gemiddeld bijna 6 uur per week over. Overwerkende mannen maken bijna 7 extra uren, vrouwen ruim 4,5 uur. Ook dit verschil hangt gedeeltelijk samen met het feit dat mannen vaker voltijd werken dan vrouwen. Voltijders die overwerken werken namelijk meer uren over dan deeltijders die overwerken.

Werknemers in de sectoren handel, vervoer en horeca werken gemiddeld de meeste uren over. Dit speelt met name in de vervoerssector. Werknemers in deze bedrijfsklasse die overwerken, maken meer dan 9 uur extra. Dat is ruim anderhalf keer zoveel als gemiddeld.

Uren overwerk naar geslacht, arbeidsduur en bedrijfstak, werknemers die regelmatig overwerken, 2010*

Uren overwerk naar geslacht, arbeidsduur en bedrijfstak, werknemers die regelmatig overwerken, 2010*

*) Vanwege onvoldoende waarnemingen zijn de gemiddeldes voor de bedrijfstakken 'Landbouw, bosbouw en visserij' en 'Verhuur en handel van onroerend goed' niet in de figuur opgenomen.

Jannes de Vries

Bron