Groei Nederlandse economie zwakt af
In het tweede kwartaal van 2011 groeide de Nederlandse economie met 1,6 procent ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. Daarmee was de groei veel kleiner dan in het eerste kwartaal, toen deze nog 2,8 procent bedroeg. Ten opzichte van het eerste kwartaal nam het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal met 0,2 procent toe. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
De investeringen namen met 4,8 procent toe ten opzichte van een jaar eerder. Daarmee was de investeringsgroei een stuk kleiner dan een kwartaal eerder, toen de groei nog 10,1 procent bedroeg. Met name bij de investeringen in bouwwerken was de toename veel minder groot dan in het eerste kwartaal, toen de bouwnijverheid profiteerde van het zachte weer.
De consumptie van huishoudens was 0,6 procent lager dan in het tweede kwartaal van 2010. De huishoudens besteedden iets meer aan diensten en duurzame goederen, maar daar tegenover stonden een lager gasverbruik en een afname van de bestedingen aan voedings- en genotmiddelen. De overheidsconsumptie was 0,6 procent hoger dan een jaar eerder.
De uitvoer groeide met 5,3 procent en de invoer met 4,4 procent. Daarmee was zowel de toename van de uitvoer als die van de invoer kleiner dan in het eerste kwartaal. Vooral de uitvoergroei van Nederlandse producten viel sterk terug.
De goederenproducenten leverden 1,7 procent meer productie dan een jaar eerder. Met circa 4 procent was de groei het grootst in de bouwnijverheid en de industrie. Bij de commerciële dienstverleners bedroeg de toename 2,2 procent en bij de overheid en de zorg 1,6 procent.
Middelen en bestedingen (volume)
Meer cijfers staan op de themapagina Macro-economie.