Loonkostenstijging op laagste punt in twintig jaar
In 2010 stegen de loonkosten per arbeidsjaar met 1,4 procent. Dat is de laagste stijging sinds 1989. De afgelopen tien jaar was de stijging gemiddeld 3,3 procent per jaar. De loonkosten bestaan uit de lonen en de sociale premies die de werkgever betaalt. Voor de internationale concurrentiepositie van Nederland is een lage groei van de loonkosten van belang.
Loonkosten per arbeidsjaar
Loonkosten in het bankwezen het sterkst gestegen
In de financiële dienstverlening zijn de loonkosten per arbeidsjaar de laatste tien jaar met 55 procent het sterkst gestegen. In het bankwezen stegen de gemiddelde loonkosten zelfs met 62 procent. Daarentegen was de loonkostenstijging het kleinst in de horeca (26 procent) en de detailhandel (29 procent).
Loonkostenstijging 2000-2010 naar bedrijfstak
Werkgeverspremies stijgen sterker
De totale loonkosten kwamen in 2010 uit op 300 miljard euro. Voor een arbeidsjaar betaalde een werkgever gemiddeld 51 duizend euro. Dat is 40 duizend euro aan brutoloon plus 11 duizend euro aan werkgeverspremies. De afgelopen tien jaar zijn de brutolonen per arbeidsjaar minder toegenomen dan de werkgeverspremies per arbeidsjaar. De brutolonen stegen met 34 procent, de werkgeverpremies met 57 procent. Vooral de pensioenpremies zijn sterk gestegen. Hierdoor is het aandeel van de werkgeverspremies in de loonkosten het afgelopen decennium met 2,6 procentpunt opgelopen tot 22 procent.
Loonstijgingen, 2000-2010
Werkelijke loonstijging groter dan cao-loonstijging
De brutolonen per arbeidsjaar zijn de afgelopen tien jaar sterker gestegen dan de cao-lonen, 34 procent in plaats van 27 procent. Hierbij speelt een rol dat de samenstelling van de groep werknemers is gewijzigd. Werknemers worden ouder en hoger opgeleid. Ze gaan daardoor meer verdienen, wat niet tot uitdrukking komt in de cao-loonstijging. Daarnaast zijn toeslagen, bonussen e.d. die boven het cao-loon uitbetaald worden, toegenomen. Bovendien vallen niet alle werknemers onder een cao. De stijging van de brutolonen lag ook boven de inflatie, die in deze periode 22 procent bedroeg.
Han van den Berg
Bron: StatLine, Arbeidsrekeningen; beloning en arbeidsvolume werknemers