Werkgelegenheid zorg groeit spectaculair
In de afgelopen tien jaar groeide het aantal banen in de zorg met 385 duizend. Het totaal aantal banen in Nederland nam toe met 515 duizend. Drie kwart van de banengroei in het afgelopen decennium is dus toe te schrijven aan de zorg.
Banengroei, 2000-2010
Beperkte banengroei marktsector
Bij de overheid groeide het aantal banen tussen 2000 en 2010 met 101 duizend (10 procent). Dit betrof vooral banen in het onderwijs. De marktsector is goed voor drie kwart van alle banen in Nederland. In deze sector groeide de werkgelegenheid slechts met 30 duizend banen (0,4 procent). De recessie in 2002/2003 en de economische crisis van 2008/2009 deden de banengroei van de marktsector in de andere jaren teniet.
De werkgelegenheid in de zorg is minder gevoelig voor conjunctuur en groeide de afgelopen tien jaar met 38 procent. De zorg omvat zowel gezondheidszorg (543 duizend banen) als verzorging en welzijn (846 duizend banen).
Aantal banen in de tien grootste bedrijfstakken
Handel is grootste bedrijfstak
De handel is de grootste bedrijfstak met 1,5 miljoen banen. De zorg volgt op de voet met 1,4 miljoen banen, terwijl de industrie derde staat. Het belang van de industrie, maar ook van de landbouw en de bouw, is de afgelopen decennia fors kleiner geworden. Veertig jaar geleden stond de industrie op de eerste plek en de zorg op de vijfde. De handel is sinds 1989 de grootste bedrijfstak.
Totaal gewerkte uren, 1970-2010
Een half miljoen banen voor vrouwen erbij
De banengroei in het afgelopen decennium is helemaal toe te schrijven aan vrouwen. Terwijl het aantal banen van mannen met slechts 12 duizend toenam, groeide dat van vrouwen met 504 duizend. Dit hangt sterk samen met de werkgelegenheidsgroei in de zorg. Een kwart van alle vrouwen werkt in de zorg. Binnen de zorg zijn vier van de vijf banen voor vrouwen.
Inmiddels wordt bijna de helft van alle banen bezet door vrouwen. Vrouwen werken echter veel vaker in deeltijd. Hierdoor bedraagt het aandeel van vrouwen in het totaal aantal gewerkte uren in Nederland maar 37 procent. Mannen werkten vorig jaar gemiddeld 1 621 uur, vrouwen 1 107 uur.
Han van den Berg, Stanley Tsang-Ason en Job van der Zwan
Bron: StatLine,