Nederland haalt Europese onderwijsdoelen, de Europese Unie niet
In Nederland is het aandeel voortijdig schoolverlaters in de periode 2001–2010 afgenomen van 15 tot 10 procent. Daarmee voldoet Nederland precies aan de Europese norm. De Europese norm voor levenslang leren was in Nederland al in 2000 bereikt.
Een derde minder voortijdig schoolverlaters
Het aandeel voortijdig schoolverlaters van 18 tot 25 jaar is de afgelopen tien jaar met een derde afgenomen tot 10 procent. Daarmee is de in 2000 binnen de Europese Unie (EU) overeengekomen doelstelling in Nederland precies gerealiseerd. De eigen, scherpere norm van 8 procent voor 2010 heeft Nederland niet gehaald. Ook voor 2020 is de nationale Nederlandse doelstelling 8 procent.
Grote verschillen binnen EU
De doelstelling om het aandeel voortijdig schoolverlaters terug te dringen naar 10 procent is in de EU niet gehaald. Wel nam het aandeel af, van 17 procent in 2001 tot 14 procent in 2010.
In 2010 verkeerde Nederland in de middenmoot wat betreft het aandeel voortijdig schoolverlaters, samen met Zweden, Finland, Denemarken en Ierland. België, Duitsland, Frankrijk en Engeland deden het iets slechter. Slowakije en Tsjechië hebben met 5 procent de kleinste aandelen voortijdig schoolverlaters. In al deze landen zijn de aandelen tussen 2001 en 2010 redelijk stabiel gebleven. Nederland en Ierland deden het beter met afnames van 15 naar 10 procent.
In Malta, Portugal en Spanje zijn de aandelen voortijdig schoolverlaters het grootst, met respectievelijk 37, 29 en 28 procent. Tussen 2001 en 2010 nam in Malta en Portugal het aandeel flink af; in Spanje bleef het ongeveer even groot.
Voortijdig schoolverlaters
Levenslang leren in Nederland al jaren stabiel
In Nederland is het aandeel mensen van 25 tot 65 jaar dat een opleiding of cursus volgt tussen 2001 en 2010 stabiel gebleven rond 16 procent. Daarmee zat Nederland al in 2001 boven de EU-norm voor levenslang leren van 12,5 procent in 2010. De eigen nationale doelstelling van 20 procent is niet gehaald. Voor 2020 geldt deze doelstelling nog steeds.
In de EU is het aandeel dat een opleiding of cursus volgt toegenomen van 7 naar 9 procent. Hiermee is op Europees niveau de doelstelling voor levenslang leren niet gehaald.
Nederland staat relatief hoog in de EU-ranglijst voor levenslang leren. Denemarken, Zweden en Finland scoren het hoogst. Daarna komen Engeland, Nederland en Slowakije. In veel van de overige landen volgt minder dan 10 procent van de 25- tot 65-jarigen een cursus of opleiding. Dat geldt ook voor België, Duitsland en Frankrijk.
Aandeel 25- tot 65-jarigen dat een opleiding of cursus volgt
Christine Jol
Bronnen: