Conjunctuurbeeld per saldo onveranderd
Het conjunctuurbeeld was eind mei niet anders dan als eind april. Toch zijn er binnen de conjunctuurklok de nodige verschuivingen geweest. Per saldo hielden alle verbeteringen en verslechteringen elkaar echter in evenwicht. Het zwaartepunt van de indicatoren in de Conjunctuurklok ligt praktisch in het middelpunt. Acht van de vijftien indicatoren presteren onder hun langjarig gemiddelde.
Het volume van het bruto binnenlands product (bbp) was in het eerste kwartaal 3,2 procent groter dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Het is de hoogste groei in drie jaar. Ten opzichte van het voorafgaande kwartaal groeide de economie in het eerste kwartaal met 0,9 procent. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
De consumenten waren in mei onverminderd somber. Het vertrouwen onder ondernemers in de industrie nam wat verder af. De zakelijke dienstverleners waren deze maand iets minder optimistisch.
De kapitaalmarktrente steeg in april met 0,3 procentpunt naar 3,7 procent. De inflatie kwam uit op 2,1 procent, een fractie hoger dan in maart. De afzetprijzen van de industrie waren bijna 12 procent hoger dan een jaar eerder.
De voor seizoeneffecten gecorrigeerde werkloosheid daalde in april iets verder en kwam uit op 392 duizend. Het aantal vacatures en het aantal uitzenduren zijn in het eerste kwartaal verder toegenomen. Er waren wel iets minder banen van werknemers dan in het vierde kwartaal van 2010.
Bruto binnenlands product (bbp)
Meer cijfers staan in het dossier Conjunctuur.