Producentenvertrouwen doet stapje terug
Het producentenvertrouwen deed in april een klein stapje terug. De vertrouwensindicator kwam uit op 4,6 tegen 5,8 in maart. Dit komt vooral door een flinke verslechtering in het oordeel over de voorraden. In maart bereikte het producentenvertrouwen nog het hoogste niveau in drie jaar tijd.
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de voorraden gereed product, de verwachte productie in de komende drie maanden en het oordeel over de orderpositie.
Het oordeel over de voorraden verslechterde in april aanzienlijk. Over de productie in de komende drie maanden waren de ondernemers in de industrie echter optimistischer dan in maart. Ook het oordeel over de orderpositie verbeterde iets.
Net als in de voorgaande maanden verwachtten de ondernemers in april dat de verkoopprijzen in de komende drie maanden zullen stijgen. De ondernemers gaven aan dat de waarde van de orderontvangst is toegenomen. Met 105,4 was de index orderpositie (orders uitgedrukt in maanden werk) iets hoger dan in maart. Over de toekomstige werkgelegenheid waren de ondernemers in april positief, maar in iets mindere mate dan in maart.
De bezettingsgraad steeg van 79,9 procent in januari naar 80,7 procent in april. Daarmee bleef de bezettingsgraad nog altijd aan de lage kant. Het aantal ondernemers dat hun productiecapaciteit te groot vond was in april iets groter dan het aantal dat hun productiecapaciteit als te klein beoordeelde. Onvoldoende vraag werd door 19 procent van de ondernemers genoemd als een productiebelemmering. Dit percentage is iets lager dan een kwartaal eerder, maar historisch bezien nog steeds zeer hoog. Volgens de ondernemers is hun concurrentiepositie in het eerste kwartaal van 2011 zowel op de binnenlandse als op de buitenlandse markt iets verbeterd ten opzichte van het vierde kwartaal van 2010.
Producentenvertrouwen industrie
Meer cijfers staan op de themapagina Industrie en energie.