Conjunctuurbeeld nagenoeg hetzelfde
Het conjunctuurbeeld was eind april ongeveer hetzelfde als eind maart. Verbeteringen en verslechteringen hielden elkaar in evenwicht. Het zwaartepunt van de indicatoren in de Conjunctuurklok ligt nog steeds in de “herstelfase”. Negen van de vijftien indicatoren presteren onder hun langjarig gemiddelde.
Het volume van het bruto binnenlands product (bbp) was in het vierde kwartaal 2,5 procent groter dan in het vierde kwartaal van 2009. In het derde kwartaal bedroeg de economische groei nog 1,8 procent. Ten opzichte van het voorafgaande kwartaal groeide de economie in het vierde kwartaal met 0,6 procent. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten.
Het vertrouwen onder consumenten en ondernemers in de industrie is in april iets verslechterd. De zakelijke dienstverleners bleven optimistisch.
De industrie produceerde in februari ruim 9 procent meer dan een jaar eerder. De uitvoer van goederen nam met bijna 7 procent toe en de bedrijfsinvesteringen in materiële vaste activa met 6 procent. De consumptiegroei was met 0,3 procent bescheiden.
De kapitaalmarktrente veranderde in maart niet en bedroeg 3,4 procent. De inflatie kwam uit op 2,0 procent, een fractie hoger dan in februari. De afzetprijzen van de industrie waren in maart 12,7 procent hoger dan een jaar eerder.
De voor seizoeneffecten gecorrigeerde werkloosheid daalde in maart iets en kwam uit op 395 duizend. Het aantal banen was in het vierde kwartaal 0,3 procent groter dan in het derde kwartaal. Het aantal uitzenduren groeide met ruim 2 procent. Er waren in het vierde kwartaal ook iets meer vacatures dan een kwartaal eerder.
Bruto binnenlands product (bbp)
Meer cijfers staan in het dossier Conjunctuur.