Arbeidsdeelname van Nederlandse vrouwen zeer hoog
Nederland staat tweede op de Europese ranglijst als het gaat om de arbeidsdeelname van vrouwen. Alleen in Denemarken is de arbeidsdeelname naar verhouding hoger. Bovendien zijn Nederlandse vrouwen ook hoger opgeleid dan gemiddeld in de EU.
Arbeidsdeelname vrouwen in de EU, 2009
Veel vrouwen aan het werk
Naar Europese maatstaven is de arbeidsdeelname van vrouwen in Nederland met 71,5 procent zeer hoog. Van de 27 landen van de Europese Unie hebben alleen in Denemarken naar verhouding meer vrouwen een betaalde baan. Zweedse en Finse vrouwen staan op de ranglijst net onder Nederlandse. In Hongarije, Griekenland, Italië en vooral Malta ligt de arbeidsdeelname van vrouwen onder de 50 procent.
Drie kwart van de Nederlandse vrouwen werkt in deeltijd. Daarmee zijn ze met afstand de nummer 1 in Europa. Duitsland staat met een aandeel van 45 procent in deeltijd werkende vrouwen op de tweede plaats.
Wel is het beloningsverschil met mannen in Nederland groter dan gemiddeld in de EU. Nederlandse vrouwen verdienen gemiddeld 81 procent van het brutoloon van mannen. In de EU is dat gemiddeld 83 procent.
Aandeel 25-64-jarige vrouwen in de EU met ten minste hoger onderwijs, 2009
Nederlandse vrouw hoger opgeleid dan gemiddeld in EU
In 2009 had 26 procent van de vrouwen van 25 tot 65 jaar in de EU-lidstaten een opleiding in het hoger onderwijs (hbo of universiteit). Nederland kwam met 31 procent daar ruim bovenuit. De Estse, Finse, Ierse, Zweedse en Deense vrouwen doen het op dit gebied nog veel beter. In de Baltische landen is traditioneel veel aandacht voor onderwijs. Van onze buurlanden doet België het ook beter. In Duitsland is echter het aandeel vrouwen met hoger onderwijs met 23 procent een stuk lager dan in Nederland.
Het aandeel vrouwen in het hoger onderwijs ligt in Nederland met 52 procent lager dan gemiddeld in de EU. Van alle EU-landen is alleen in Luxemburg, Cyprus en Duitsland minder dan de helft van de hogeronderwijsstudenten vrouw.
Marion van den Brakel en Marijke Hartgers
Bron: Emancipatiemonitor