Deelnemers pensioenfondsen in nood hebben hogere aanspraken opgebouwd
Actieve deelnemers aan pensioenfondsen die eind 2009 niet voldeden aan de minimumdekkingsgraad van 105 procent hadden op dat moment hogere pensioenaanspraken opgebouwd dan deelnemers van fondsen met voldoende dekking.
Hogere pensioenaanspraken
De verwachting is dat de eerste groep na pensionering jaarlijks 27 300 euro uitgekeerd zal krijgen, tegenover 21 700 euro voor de actieve deelnemers van fondsen met meer dan 105 procent dekking.
Opgebouwde pensioenaanspraken
Hoger arbeidsgerelateerd pensioen
De aanspraken lopen vooral uiteen bij het arbeidsgerelateerde pensioen. De opbouw van AOW is voor beide groepen ongeveer gelijk. Voor de actieve deelnemers bij fondsen met een dekkingsgraad onder de 105 procent zal het uiteindelijk opgebouwde arbeidsgerelateerde pensioen 65 procent van hun totale pensioenaanspraken uitmaken. Voor de actieve deelnemers bij de overige fondsen gaat het om 56 procent van hun te bereiken pensioensopbouw.
Hoger aandeel mannen
De verschillen in opgebouwde aanspraken tussen de twee groepen pensioenfondsen zijn vooral te verklaren door de samenstelling van de deelnemers. Van de deelnemers in de fondsen die niet aan de minimale dekkingsgraad voldeden was 39 procent vrouw, bij de pensioenfondsen die wel aan het minimum voldeden was dit aandeel 49 procent.
Deelnemers pensioenfondsen
Meer pensioenjaren
Vrouwen werken vaker in deeltijd en dat vertaalt zich op termijn ook in een lager aantal opgebouwde pensioenjaren. Voor de actieve deelnemers in de pensioenfondsen met een te lage dekkingsgraad bedroeg het aantal pensioenjaren hierdoor 14,6 en in de overige fondsen 10.
Hoger inkomen
Daarnaast hebben mannen doorgaans een hoger inkomen dan vrouwen. Mede daardoor kwam het gemiddelde inkomen van de actieve deelnemers in de pensioenfondsen met een dekkingsgraad onder de 105 procent met 36 duizend euro ruim 8 duizend euro boven dat van de actieve deelnemers in de andere fondsen uit.
Mieke Mateboer