Watervogels trekken minder ver naar het zuidwesten
De overwinteringsgebieden van watervogels schuiven steeds verder naar het noorden. De Nederlandse populaties van soorten die van oudsher vooral ten zuidwesten van ons land overwinteren ((Groot-Brittannië, Frankrijk en zuidelijker), nemen de laatste decennia toe. Deze toename is veel sterker dan die van soorten die traditioneel vooral in ons land of ten noordoosten daarvan (Oostzeegebied) overwinteren.
In Nederland overwinterende watervogels
Warmere winters
Een zeer groot aantal watervogels bevolkt in najaar, winter en voorjaar de waterrijke gebieden in Nederland. De meeste watervogels zijn afkomstig uit broedgebieden ten noorden of oosten van ons land. In het najaar trekken zij naar het zuidwesten om de winterse omstandigheden te ontvluchten.
Dankzij de huidige warme winters is er voor soorten die vooral ten noordoosten van ons land overwinteren minder vaak een noodzaak om naar ons land te trekken. Tegelijkertijd blijven zowel zuidwestelijke soorten, als soorten die traditioneel in Nederland blijven, ’s winters langer en vaker in ons land hangen. Deze ontwikkeling blijkt uit cijfers van het Netwerk Ecologische Monitoring.
Bescherming soorten
Van veel soorten die in Nederland overwinteren is de laatste decennia ook de totale populatie op West-Europese schaal toegenomen. Dat komt vooral door de betere bescherming van waterrijke gebieden die het gevolg is van de internationale Wetlands-Conventie en van de Europese Vogelrichtlijn. Voor de soorten met het zwaartepunt in het noordoosten heffen deze twee ontwikkelingen elkaar op: een steeds kleiner aandeel van een groeiende populatie trekt naar Nederland, waardoor er netto geen verandering is in de aantallen.
Leo Soldaat en Menno Hornman (SOVON Vogelonderzoek Nederland)