Lager loon tweede generatie niet-westerse allochtoon volledig te verklaren
Niet-westers allochtone werknemers in het bedrijfsleven hebben een lager uurloon dan hun autochtone collega’s. Opvallend is dat het verschil bij eerste generatie niet-westerse allochtonen kleiner is dan bij de tweede generatie. Het lagere uurloon van niet-westerse allochtonen van de tweede generatie is echter volledig te verklaren met achtergrondkenmerken.
Loonverschil tweede generatie vooral door leeftijd en opleiding
De tweede generatie niet-westerse allochtonen verdient gemiddeld 28 procent minder dan autochtonen. Dat verschil is voor 84 procent te verklaren door leeftijdsverschillen en voor nog eens 7 procent door opleiding. De tweede generatie is namelijk jonger en lager opgeleid dan autochtonen. Overigens is het in het algemeen zo dat ouderen en hoogopgeleiden meer verdienen dan jongeren en laagopgeleiden.
Beloningsverschillen tweede generatie niet-westerse allochtonen en autochtonen in het bedrijfsleven naar verklarend kenmerk, 2008
Lager loon eerste generatie door lager opleidings- en beroepsniveau
Eerste generatie niet-westerse allochtonen verdienen 20 procent minder dan hun autochtone collega’s. Dit komt deels doordat allochtonen van de eerste generatie een lager opleidings- en beroepsniveau hebben dan autochtonen. In tegenstelling tot de tweede generatie kan het beloningsverschil van eerste generatie niet-westerse allochtonen niet volledig verklaard worden met de onderzochte achtergrondkenmerken. Ook als rekening wordt gehouden met persoons- en baankenmerken verdient de eerste generatie nog altijd 8 procent minder dan autochtonen.
Chantal Wagner en Ineke Bottelberghs
Bron: Gelijk loon voor gelijk werk? Banen en lonen bij overheid en bedrijfsleven, 2008
Downloads
- PDF - arbeidsvoorwaarden2008