Economie groeit met 1,8 procent
In het derde kwartaal van 2010 groeide de Nederlandse economie met 1,8 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2009. In het tweede kwartaal groeide de economie met 2,2 procent.
Vergeleken met het voorgaande kwartaal daalde het bruto binnenlands product (bbp) licht. Het volume van het bbp was 0,1 procent kleiner dan in het tweede kwartaal. Hierbij is rekening gehouden met werkdag- en seizoeneffecten. In de vier kwartalen daarvoor groeide de economie telkens van kwartaal-op-kwartaal.
Met 10,4 procent groeiden de invoer en de uitvoer krachtig, maar minder hard dan in het tweede kwartaal. Het volume van de consumptie door huishoudens was 0,6 procent groter dan een jaar eerder. De overheidsconsumptie nam 1,8 procent toe. Er werd nog wel minder geïnvesteerd in vaste activa. Met 3,0 procent was de krimp echter minder groot dan in de voorgaande kwartalen.
De goederenproducenten leverden 2,1 procent meer productie dan een jaar eerder. Hier deed vooral de industrie het goed. De productie van de bouwnijverheid lag nog steeds ver onder het niveau van een jaar eerder. Bij de dienstenproducenten nam de productie ongeveer net zo veel toe als bij de goederenproducenten.
Middelen en bestedingen (volume)
Meer cijfers staan op de themapagina Macro-economie.