Vrouwen door de jaren heen vaker werkloos
Door de economische crisis is de werkloosheid in 2009 gestegen naar 4,8 procent. Dat is echter weinig vergeleken met de torenhoge werkloosheid in de jaren dertig van de vorige eeuw. In 1935, op het dieptepunt van de depressie, was ruim 17 procent van de beroepsbevolking werkloos. Ook in 1983 en 1994 piekte de werkloosheid met 10,7 en 8,5 procent. Dit blijkt uit nieuwe berekeningen van de werkloosheid (1921–2009).
Vrouwen vaker werkloos
Tot de jaren tachtig waren het vooral de mannen die de gevolgen van een neergaande conjunctuur ondervonden. Zo was 21,0 procent van de mannelijke beroepsbevolking in 1935 werkloos. Van de vrouwen was 7,6 procent werkloos. Dit komt door de lage arbeidsparticipatie van vrouwen. In die tijd was het gebruikelijk dat vrouwen werden ontslagen na een huwelijk of zwangerschap. Gedurende de periode 1957-1976 is deze maatregel geleidelijk afgeschaft.
Sinds die tijd is de werkloosheid onder vrouwen over de hele onderzochte periode flink hoger dan onder mannen. Een verklaring hiervoor is dat een relatief grote groep vrouwen de arbeidsmarkt een tijd verlaat om voor het gezin te zorgen. Als deze vrouwen vervolgens weer willen herintreden op de arbeidsmarkt zijn ze vaak een poosje werkloos.
Werkloosheid naar geslacht, 1921–2009
Niet-westerse allochtonen het meest getroffen bij recessie
Gedurende de periode 1981–2009 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen flink hoger dan onder autochtonen en westerse allochtonen. Niet-westerse allochtonen ondervinden ook sterker de negatieve gevolgen van een neergaande conjunctuur.
Als de economie vervolgens aantrekt, daalt de werkloosheid ook weer het meest onder allochtonen. Dit kan onder andere worden verklaard doordat niet-westerse allochtonen vaker in flexibele dienstverbanden werken. Zo daalde de werkloosheid tussen 1994 en 2001 onder niet-westerse allochtonen met 17,6 procentpunt tot 8,5 procent en onder westerse allochtonen met 5,4 procentpunt tot 4,7 procent. Onder autochtonen was de daling 4,3 procentpunt tot 2,9 procent.
Werkloosheid naar herkomst, 1981–2009
Doreen Ewalds en Bob Lodder
Bronnen: