Producentenvertrouwen weer iets omlaag
Het producentenvertrouwen is in juli voor de tweede maand op rij gedaald. De indicator kwam uit op -2,4 tegen -0,7 in juni. De ondernemers in de industrie waren met name minder optimistisch over de productie in de komende drie maanden.
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de voorraden gereed product, het oordeel over de orderpositie en de verwachte productie in de komende drie maanden.
De stemming over de toekomstige productie was een stuk minder optimistisch dan in juni. Waar vorige maand de producenten nog een toename in de productie verwachtten, werd in juli een nagenoeg gelijkblijvende productie voor de komende drie maanden voorzien. Ook over de voorraden dachten de industriële ondernemers in juli minder positief. Wel verbeterde hun kijk op de orderpositie. Toch zijn er nog altijd meer ondernemers met een negatief oordeel over de orderpositie dan met een positief oordeel.
De concurrentiepositie is volgens de ondernemers in het tweede kwartaal licht verbeterd. De grootste verbetering werd op de buitenlandse markt buiten de EU gezien. Over de toekomstige afzet in het buitenland waren de ondernemers in juli nog altijd optimistisch, maar wel in iets mindere mate dan een kwartaal eerder. Onvoldoende vraag werd nog altijd door 25 procent van de ondernemers genoemd als een productiebelemmering. Wel was dit aantal lager dan in april toen 30 procent deze belemmering aangaf.
De bezettingsgraad steeg van 78,7 procent in april naar 80,2 procent in juli. Desondanks was de bezettingsgraad nog steeds laag. Afgelopen 20 jaar benutte de industrie steeds tussen de 80 en 87 procent van haar productiecapaciteit.
Producentenvertrouwen industrie
Meer cijfers staan op de themapagina Industrie en energie.