Steeds kleiner verschil in aantal voorzieningen tussen stad en platteland
In 2009 waren er 4 procent meer voorzieningen per 100 duizend inwoners van Nederland dan in 2005. Op het platteland was de toename ruim 6 procent. Het aantal voorzieningen per 100 duizend plattelanders bedroeg 1 159; 29 minder dan voor stedelingen. In 2005 was dit verschil nog 65 en in 2001 zelfs 115.
Verschil aantal voorzieningen per 100 duizend inwoners, 2005-2009
Sterkste groei in Flevoland
In de provincie Flevoland steeg het voorzieningenniveau het sterkst. Deze toename voltrok zich in zowel de stedelijke als de niet-stedelijke poldergemeenten. Desondanks is het aantal voorzieningen per 100 duizend inwoners van Flevoland nog veel lager dan gemiddeld in Nederland. Vooral in de stedelijke gemeenten in Flevoland (Almere en Lelystad) is het voorzieningenniveau nog beduidend lager dan in de stedelijke gemeenten in de rest van Nederland.
Alleen in de stedelijke gebieden van Zeeland en Groningen is het aantal voorzieningen per 100 duizend inwoners verminderd. Op het platteland kwam in alle provincies het voorzieningenniveau hoger uit.
Verschil aantal levensmiddelenwinkels per 100 duizend inwoners, 2005-2009
Daling aantal levensmiddelenwinkels zet door
In de periode 2005-2009 is het aantal levensmiddelenwinkels weer fors gedaald. Nederland telde in 2009 nog 99 levensmiddelenwinkels per 100 duizend inwoners. Dit waren er in 2005 nog 110 en in 2001 zelfs nog 131. Vooral het aantal slagers, bakkers en groenteboeren loopt nog fors terug.
Meer dienstverlening, minder horeca
Het aantal vestigingen van kappers, fitnesscentra en fotografen groeide tussen 2005 en 2009 het sterkst. Zowel op het platteland als in de stad daalde het aantal uitgaansgelegenheden (horeca). Daarnaast treedt er een verschuiving op van de detailhandel in vervoer, vrije tijd en overige winkels in de richting van het platteland. De culturele activteiten concentreren zich steeds meer in de stad.
Hub Beunen
Bron: Aantal voorzieningen per 100 duizend inwoners, 2001-2009